Nieuws

Pensioen in eigen beheer verdwijnt…..

 

De Eerste Kamer is op 7 maart akkoord gegaan met de Wet uitfasering pensioen in eigen beheer. Op 1 april 2017 treedt de wet in werking. Dat betekent dat u geen pensioen in eigen beheer meer kunt opbouwen. En dus moet u nu in actie komen voor een goed geregelde oudedagsvoorziening. Wat staat u te doen?

 

Om welke acties gaat het? Er zijn drie categorieën:

  1. Acties die voor 1 juli afgerond moeten zijn
  2. Acties die in 2017 afgerond moeten zijn
  3. Acties die in 2019 afgerond moeten zijn

 

 

Categorie 1: afronden vóór 1 juli

Allereerst moet u alle pensioenregelingen in eigen beheer premievrij laten maken. U mag niet langer in eigen beheer pensioen opbouwen. U mag wel pensioen blijven opbouwen bij een verzekeringsmaatschappij.

 

De tweede actie: bedenk of u uw pensioen nog wel extern verzekerd wilt hebben. Heeft u op dit moment een deel van uw pensioen bij een verzekeringsmaatschappij ondergebracht? Dan kunt u overdracht van dit verzekerde deel naar de bv aanvragen. Doet u dit voor 1 juli! Na deze datum moet het geld bij de verzekeringsmaatschappij blijven.

 

 

Categorie 2: afronden in 2017

 Dit jaar is het mogelijk om uw pensioen in eigen beheer in één keer af te kopen. In 2018 en 2019 kan dit ook nog, maar dan krijgt u een lagere korting.

Kiest u voor afkopen in 2017? Dan wordt 34,5% vrijgesteld van belastingheffing. Uw hoogste belastingtarief is dan 34% in plaats van 52%.

Wilt u gebruikmaken van deze afkoopmogelijkheid? Dan moet uw (ex-)partner meetekenen.

 

 

Categorie 3: afronden in 2019

Kiest u niet voor de afkoop van uw pensioenregeling? Dan kunt u de premievrije pensioenaanspraak laten staan of omzetten in een oudedagsspaarregeling in eigen beheer. U heeft tot en met 2019 de tijd om deze keuze te maken.

Wat is een oudedagsspaarregeling? Dit is een regeling die uitgaat van de fiscale pensioenvoorziening op de balans. Na omzetting in de oudedagsverplichting mag u de marktrente jaarlijks bij het oudedagspotje bijschrijven. Vanaf de datum dat u met pensioen gaat, ontvangt u twintig jaar lang oudedagsuitkeringen vanuit de bv. Belastingheffing vindt pas plaats in die uitkeringsfase.

 

Wilt u gebruikmaken van deze afkoopmogelijkheid? Dan moet uw (ex-)partner meetekenen.

 

Wat nu? Wij adviseren u graag!

U bouwt in de toekomst geen pensioen in eigen beheer meer op. Wij denken graag met u mee over een alternatieve pensioenopbouw. Wij nemen graag de wijzigingen en mogelijkheden met u door. Neem gerust contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.

 

 

 

 

 

Update: wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer

‘Pensioenstrop dreigt voor Wiebes bij wetsvoorstel DGA’s’. Dat kopte de Telegraaf een paar dagen voordat het wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer op 20 december in de Eerste Kamer tot stemming zou komen. In het artikel stellen pensioenspecialisten dat een BV met een pensioenvoorziening een grote aftrekpost kan creëren als het pensioen wordt afgekocht of wordt omgezet in een oudedagsverplichting. Dat zou de Staat miljarden kosten. Staatssecretaris Wiebes vroeg de Eerste Kamer vervolgens om de stemming over het wetsvoorstel uit te stellen. Storm in een glas water, blijkt nu.  

 

Op 23 januari 2017 lichtte Wiebes het oorspronkelijke wetsvoorstel toe. Ook vulde hij het aan. Allereerst merkte Wiebes op dat de budgettaire derving, waarover in De Telegraaf werd gesproken, zich niet voordoet. Dat was in het oorspronkelijke wetsvoorstel al geregeld. Alleen in de memorie van antwoord hield Wiebes per ongeluk geen rekening met deze bepaling. Hierdoor wekte hij ten onrechte de suggestie dat een grote aftrekpost wel mogelijk is.

 

Stemmen: uiterlijk 7 maart

Het wetsvoorstel uitfasering pensioen kan dus alsnog in stemming worden gebracht. Maar de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2017 is al verstreken. De planning is nu, dat de Eerste Kamer uiterlijk 7 maart zal stemmen over het wetsvoorstel, inclusief de aanvulling van 23 januari. De wet kan dan op 1 april 2017 in werking treden. U heeft in dat geval tot 1 juli 2017 de tijd om uw pensioen premievrij te laten maken en eventueel polissen van de verzekeraar over te halen naar de BV. Na 1 april mag het pensioen ook worden afgekocht of omgezet in een oudedagsverplichting.

 

Heeft u hier nog vragen over? Neem gerust contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.

Voorkom boetes: zet altijd een vestigingsadres op uw factuur!

Staat op uw facturen een postbusadres? Dan is niet aan de wettelijke factuureisen voldaan. En bij een controle kan dit flink in de papieren lopen.

 

Nu onze Belastingdienst verschillende dure ontslagrondes en –uitkeringen moet financieren, bestaat de mogelijkheid dat zij het aantal belastingcontroles opvoert. Eén vrij eenvoudig correctiepuntje kunt u alvast doorvoeren. En dat heeft te maken met het adres op uw facturen.

 

Flinke boetes

Het komt nogal eens voor dat alleen het postbusnummer van de leverancier of afnemer op de factuur staat in plaats van het volledige vestigingsadres. Staat er alleen een postbusnummer? Dan is niet aan de wettelijke factuureisen voldaan. Vermeld daarom altijd het volledige, feitelijke vestigingsadres op uw facturen. Doet u dit niet, dan kan de controleur u in een boekenonderzoek een boete van maar liefst € 5.278 (2016) per gebrek per verkoopfactuur opleggen. Deze boete kan dus behoorlijk oplopen.

 

Adres van de klant

Ook het volledige adres van uw klant moet u op de factuur vermelden. Staat het adres van de klant niet op de factuur, dan is bij belastingcontrole het risico aanwezig dat de klant het recht op aftrek van de btw-voorbelasting wordt geweigerd. En dan vooral als de factuur nog andere gebreken vertoont.

 

Heeft u hier nog vragen over? Neem dan contact op met één van onze fiscale adviseurs.

ZO MAAKT U DE WINST VAN UW BV ONZICHTBAAR

Uw buren of vrienden kunnen vrij eenvoudig achterhalen wat de waarde en winst van uw BV is. U voorkomt dit door een instrument in te zetten dat geen verplichting heeft de jaarrekening te publiceren bij de Kamer van Koophandel: de commanditaire vennootschap (verder CV). We leggen u uit hoe dit werkt.

Een gewone BV heeft als kleine rechtspersoon een beperkte publicatieplicht, waardoor de jaarrekening moet worden gepubliceerd in het Handelsregister van de Kamer van Koophandel. Anderen kunnen hierdoor eenvoudig nagaan hoe hoog de winst van de vennootschap is geweest, voor zover deze winst niet in het jaar is uitgekeerd als dividend. Ook is te achterhalen wat de omvang van het eigen vermogen van de vennootschap is.

Veel DGA’s vinden dit niet prettig. Vooral als u uw onderneming wilt verkopen heeft u geen behoefte aan nieuwsgierige meekijkers. Anderen hoeven toch niet te weten wat de verkoopopbrengst is geweest?

WINST UITKEREN ALS DIVIDEND? 

Een voorbeeld. Stel dat de vennootschap haar aandelen in de dochter-BV verkoopt voor € 2.000.000,-. Het eigen vermogen van de vennootschap neemt dan met dit bedrag toe. Uit de deponeringsstukken is duidelijk te herleiden wat de verkoopopbrengst is geweest. In deze stukken moet namelijk ook het bij het eigen vermogen gevoegde resultaat worden genoemd.

Dit kan voorkomen worden door de winst van de BV als dividend uit te keren, waardoor het eigen vermogen gelijk blijft. Dit heeft echter een nadeel: de DGA is privé direct 25% aanmerkelijk belangheffing verschuldigd over het ontvangen dividend.

DE OPLOSSING: EEN OPEN CV 

In deze situaties is het handig een instrument te gebruiken tussen privé en BV in: een fonds voor gemene rekening of een open commanditaire vennootschap (CV). De CV is niet verplicht om de jaarcijfers te deponeren. Het ontvangen van dividend leidt daarnaast niet tot aanmerkelijk belangheffing.

HOE WERKT EEN CV?

Een CV is een bijzondere vorm van de vennootschap onder firma. Er zijn bij de CV twee soorten vennoten:

  • de beherend vennoot, die de dagelijkse leiding heeft in het bedrijf;
  • de stille vennoot, die alleen financieel betrokken is en zich niet met de dagelijkse leiding mag bemoeien.

Een open CV is wel belastingplichtig voor de vennootschapsbelasting, maar heeft geen verplichting tot het publiceren van de jaarrekening bij de Kamer van Koophandel. Hiermee bestaat de mogelijkheid tot het anonimiseren van het vermogen. Vanzelfsprekend is dit anonimiseren er niet op gericht om onzichtbaar te worden voor de Belastingdienst. Sterker nog: de CV kan pas worden opgezet na instemming van de Belastingdienst met de structuurwijziging.

STAP VOOR STAP NAAR EEN CV

Zo brengt u een structuur tot stand waarin het opgebouwde vermogen is ondergebracht in een CV, waarvan de omvang en de participant niet zichtbaar zijn:

  • De DGA richt een stichting op waarvan de DGA bestuurder wordt. Deze bestuurder wordt beherend vennoot in de CV;
  • De tweede stap is het oprichten van een open commanditaire vennootschap tussen de stichting en de DGA;
  • Stap 3: de DGA ruilt zijn aandelen in de BV tegen winstbewijzen in de CV;
  • De laatste stap kan zijn: het opheffen van de BV. Dit gebeurt door een fusie met de CV. U kunt de BV ook in stand houden en de jaarlijkse winsten telkens integraal belastingvrij overmaken naar de CV.

Let wel: er wordt over gesproken om de CV vorm geen status meer te geven van een rechtspersoon. In dat geval zou bovenstaande op andere wijze moeten worden uitgevoerd. Op dit moment is echter nog geen formele wetgeving over de verandering van de CV vorm.

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Dan kunt u gerust contact opnemen met een van onze relatiebeheerders.

Geldlening aan uw kinderen; een kasrondje ter behoud van hypotheekrenteaftrek

Stel: uw zoon wil een woning kopen. De bank wil niet voldoende financieren, dus u besluit uw zoon te helpen. U heeft echter nog meer kinderen. En u wilt alle kinderen gelijk behandelen. Daarom besluit u het bedrag uit te lenen. De rente die uw zoon aan u verschuldigd is, is bij hem fiscaal aftrekbaar. U heeft daarom een rente met uw zoon afgesproken. Maar van uw zoon wilt u eigenlijk geen rente ontvangen.

 

U besluit daarom het bedrag van de rente te schenken. Maar hoe zit dat fiscaal? Moet u de schenking overmaken op de rekening van uw zoon, die het bedrag terugstort als rentebetaling (het kasrondje)? Of mag u beide bedragen met elkaar verrekenen? In 2015 boog de Hoge Raad zich over deze vraag.

 

De casus

Belanghebbende heeft in 2002 € 45.000 geleend van zijn ouders. Hier is een overeenkomst van opgemaakt. Daarin is afgesproken dat de rente 5% per jaar bedraagt, te voldoen in maandelijkse termijnen. Gedurende de periode 2002 tot 2009 is de rente maandelijks betaald. Vanaf dat moment heeft belanghebbende financiële problemen en is de rente niet betaald, maar rentedragend bijgeschreven bij de hoofdsom van de geldlening.

 

Belanghebbende en zijn broer ontvangen al jaren omstreeks 24 december een schenking van hun ouders. De schenking is altijd rond de € 5.000. In 2009 ontvangt de broer de schenking gewoon in contanten of per bank. Belanghebbende niet. Bij belanghebbende wordt de schenking verwerkt door € 2.250 in mindering te brengen op de bijgeschreven rente. Het restant van € 3.750 wordt in mindering gebracht op andere schulden van belanghebbende bij zijn ouders.

 

Het oordeel van de Hoge Raad

De Hoge Raad oordeelde vervolgens dat belanghebbende de € 2.250 in 2009 als hypotheekrente mocht aftrekken. In de media verscheen daarna dit bericht: ‘Tot voor kort was een kasrondje vereist. Uw kind betaalt u de rente, u schenkt die rente weer terug – om de renteaftrek bij uw zoon of dochter veilig te stellen. De Hoge Raad heeft recent beslist dat de rente bij uw kind ook aftrekbaar is als deze eerst wordt bijgeschreven op de lening en later wordt afgelost door middel van een schenking.’ Maar is dat correct?

 

Schenking of kwijtschelding?

Eén van de eisen om de rente in aftrek te mogen brengen, is dat de betaling ten laste moet komen van het vermogen van belastingplichtige. Renteaftrek is mogelijk als de rente wordt voldaan uit een schenking. De aftrek is niet mogelijk als die schenking een kwijtschelding is. In de casus waar de Hoge Raad zich over boog, was sprake van een jarenlange schenkingstraditie. En in het jaar van verrekening kreeg de broer van belanghebbende wel een schenking in geld. Er was ook een administratie aanwezig. Daaruit bleek dat de rente eerst bij de hoofdsom werd bijgeschreven. De Hoge Raad had voldoende argumenten om aan te nemen dat de rente niet was kwijtgescholden.

 

Ons advies: houd het kasrondje in ere

Heeft u geen jarenlange schenkingstraditie? En krijgen uw andere kinderen geen schenking op de bankrekening? Dan is het maar de vraag of saldering van de schenking en de rente kwalificeert als een echte schenking. En niet als kwijtschelding van de lopende rente. Daarom adviseren wij nog steeds een kasrondje. Als u een schenking doet, is het verstandigst om jaarlijks een bedrag over te maken op de bankrekening van uw kind. Bijvoorbeeld het belastingvrije bedrag van € 6.604,- (in 2021). Vervolgens laat u de rente maandelijks aan u terugbetalen. De hypotheekrenteaftrek wordt zo veilig gesteld.

 

Wilt u meer informatie? Neem dan contact op met één van onze fiscalisten!

HoogeveenLuigjes en Belastingdienst tekenen convenant horizontaal toezicht

Op 21 december 2016, de kortste dag van het jaar, heeft HoogeveenLuigjes het convenant Horizontaal Toezicht met de belastingdienst getekend voor een langdurige samenwerking tussen klanten, Belastingdienst en HoogeveenLuigjes.

Hoe werkt horizontaal toezicht?

Bij horizontaal toezicht werkt de Belastingdienst met de klant en HoogeveenLuigjes samen, in het vertrouwen dat past bij een moderne, maatschappelijk verantwoorde manier van ondernemen. De Belastingdienst onderkent dat HoogeveenLuigjes werkt volgens hoge kwaliteitseisen, en dat de aangiften van onze klanten kloppen. Daarmee zijn veel controles overbodig geworden. Het betekent ook dat onze klanten vooraf weten welke aanslagen zij kunnen verwachten en dat deze aanslagen ook snel na het indienen van de aangiften definitief worden opgelegd.

Hoe kunt u meedoen?

Nu wij een convenant met de Belastingdienst hebben gesloten, kunnen wij samen met u beoordelen of horizontaal toezicht voor u ook tot de mogelijkheden behoort. Daarvoor moet u bereid zijn te bevestigen dat u uw financiële administratie en andere benodigde gegevens tijdig, juist en volledig bij ons aanlevert en dat u een relatie met de Belastingdienst wilt onderhouden die gebaseerd is op wederzijds vertrouwen, transparantie en begrip. Dit zal in het algemeen geen probleem opleveren. Als u meedoet, tekent u een deelnameformulier dat wij u zullen verstrekken.

De voordelen:

– U krijgt snel zekerheid en hoeft niet lang te wachten op uw aanslag;

– U krijgt minder controles, omdat convenantaangiften alleen nog beperkt steekproefsgewijs worden    gecontroleerd; en

– Uw vragen en opmerkingen worden snel beantwoord omdat wij een vast aanspreekpunt bij de Belastingdienst krijgen voor alle vragen en opmerkingen van horizontaal toezicht klanten. Als er twijfelpunten bestaan in een aangifte bespreekt HoogeveenLuigjes deze met de Belastingdienst, dat vergroot uw zekerheid en zorgt dat de Belastingdienst uw aangiften sneller kan afhandelen.

Wij vertrouwen erop hiermee onze dienstverlening aan u op een nog hoger niveau te kunnen brengen en zijn ervan overtuigd dat u nagenoeg allemaal uitstekende horizontaal toezicht kandidaten bent. In 2017 zullen wij u verder informeren en benaderen om met u na te gaan of u wilt deelnemen. Indien u nu al met prangende vragen zit, aarzelt u dan alstublieft niet om contact op te nemen met u relatiebeheerder.

1 januari 2017: einde van pensioen in eigen beheer

Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Vanaf 1 januari mag niet langer gedoteerd worden aan het pensioen in eigen beheer. U heeft nog tot 1 april om dit te regelen. Wat betekent dit voor u? Hieronder leest u de mogelijkheden.

Er gingen al langer geruchten over de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Het is dan ook geen verrassing dat op Prinsjesdag het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen kwam. De bestaande pensioenen in eigen beheer worden de komende jaren uitgefaseerd. En daar zijn drie varianten voor bedacht.

Estate

1. Afkoopvariant

De eerste maatregel is een tijdelijke. Uiterlijk 31 december 2019 mag het pensioen in eigen beheer in één keer afgekocht worden. Over de afkoopwaarde is loonbelasting verschuldigd. De afkoopwaarde is de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting minus een korting van 34,5% bij afkoop in 2017. In 2018 is de korting 25%, in 2019 19,5%.

 

2. Spaarvariant

De tweede mogelijkheid is de spaarvariant, ook wel de oudedagsverplichting genoemd. Bij deze variant wordt de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting relevant. Deze wordt jaarlijks vermeerderd met een wettelijk voorgeschreven rente. Op of vijf jaar vóór de AOW-gerechtigde leeftijd start de uitkering. Deze uitkering is gelijk aan de reservering op dat moment gedeeld door twintig jaren. De twintig jaren wordt vermeerderd met het aantal jaren dat de uitkering eerder ingaat dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

 

3. Premievrij pensioenvariant

De laatste variant is de variant ‘niets doen’. De huidige pensioenregeling wordt premievrij gemaakt. De aanspraak die u heeft opgebouwd tot en met 2016 blijft gehandhaafd en komt tot uitkering op de pensioendatum.

 

Wat kiest u?

Welke variant het meest voordelig is, is per situatie verschillend. De afkoopvariant heeft een hoge belastingkorting, maar de belasting die verschuldigd is, moet wel op zeer korte termijn betaald worden. Over het algemeen is de hoogte van de pensioenuitkering bij de premievrije pensioenvariant het hoogst. Maar de hoogste uitkering is niet per definitie ook fiscaal optimaal. Laat u adviseren!

 

En verder nog …

Kiest u voor de afkoopvariant of de spaarvariant? Dan moet uw partner hiermee instemmen. Bij deze varianten verliest de partner namelijk het recht op een levenslang nabestaandenpensioen.

En wilt u pensioen opbouwen? Met ingang van 1 januari 2017 mag een directeur-grootaandeelhouder alleen nog pensioen opbouwen via een verzekerde regeling.

 

Wilt u meer informatie? Dan kunt u contact opnemen met uw relatiebeheerder.

Belasting betalen over het jaar 2016? Laat tijdig een voorlopige aanslag aanvragen om belastingrente te beperken!

Verwacht u over het jaar 2016 te moeten betalen voor de inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting? Voor zowel de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting wordt rente berekend over de periode van 1 juli tot 6 weken ná de datum op de (voorlopige) aanslag. Deze rente is fors, momenteel bedraagt de rente voor de inkomstenbelasting 4% en voor de vennootschapsbelasting 8%. Hoe is deze rente te beperken?

Inkomstenbelasting:
– Aangifte (laten) doen vóór 15 april 2017
– Een voorlopige aanslag aan te (laten) vragen vóór 1 mei 2017

Vennootschapsbelasting:
– Een voorlopige aanslag aan te (laten) vragen vóór 1 mei 2017

 

Geen of weinig inkomen?

Ook als u over 2016 geen of weinig inkomen hebt gehad, maar u wel een fiscaal partner hebt die inkomen heeft genoten, laat dan toch aangifte doen. In de meeste gevallen bestaat er recht op uitbetaling van (een deel van) de algemene heffingskorting. Deze uitbetaling kan al gauw oplopen tot maximaal € 2.242!

Nog geen stukken aangeleverd voor aangifte 2015? Voorkom een boete!

Lever deze stukken zo spoedig mogelijk bij uw relatiebeheerder in om een eventuele boete te voorkomen. Zowel voor de inkomstenbelasting als de vennootschapsbelasting geldt dat de aangiften vóór 1 mei a.s. bij de Belastingdienst binnen moeten zijn. Hoeveel bedraagt deze boete op dit moment bij eenmalig te laat indienen van de aangifte?

Inkomstenbelasting particulieren: € 369,-
Inkomstenbelasting ondernemers: € 2.639,-
Vennootschapsbelastingplichtigen: € 2.639,-

Een tweede maal (of vaker) te laat ingediend, betekend een boete die op kan lopen tot zelfs € 5.278! Bovendien kunt u mogelijk geen uitstel meer tot 1 mei krijgen voor het doen van aangifte met betrekking tot een volgend belastingjaar, als de aangifte 2015 te laat is ingediend.

 

Box 3, een tarief van 540% belasting over de opbrengst

Het bestaat echt, 540% belasting betalen. Wanneer u in box 3 een rente over uw spaartegoed krijgt van 0,3% en uw vermogen is meer dan € 1.000.000, dan betaalt u in 2017 5,4 maal uw renteopbrengst aan belasting.

 

Box 3 kent volgend jaar drie tarieven:

Wanneer u een vermogen heeft tot € 75.000 betaalt u 0,87% over uw vermogen aan inkomstenbelasting, bij een vermogen van € 75.000 tot € 975.000 is dat 1,38% en daarboven 1,62%.

Wanneer u liquiditeiten heeft kan het voordelig zijn deze in een B.V. te stallen. Wanneer u deze gelden per half december 2016 in een BV stort als agio en deze gelden er in januari 2018 weer uithaalt, bespaart u twee maal de box 3 heffing. Daartegenover staat dat het rendement op het vermogen van 12/16 tot 01/18 belast is in de B.V.

Wanneer uw rendement op het spaartegoed 0,3% bedraagt, kan door dit boxhoppen het volgende voordeel worden behaald, waarbij de kosten voor deze structuur al meegenomen zijn in de berekening.

Berekening voordeel:

            uw vermogen
over te hevelen          tot 975 k                          boven 975k
300.000                          5.920                             7.360
500.000                         11.200                           13.600
1.000.000                    24.400                           29.200

Zeker de moeite waard om deze structuur, die strikt legaal is, te benutten.

Het boxhoppen is met name geschikt voor liquiditeiten omdat die een laag rendement geven. Voor aandelen, waarop een hoger rendement verwacht wordt, leent dat zich minder omdat de rendementen belast zijn in de vennootschap en door cumulatie van aanmerkelijk belang en vennootschapsbelasting dan 40% belasting verschuldigd is over de rendementen.

Wilt u advies? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder.

 

Schenken ten behoeve van een eigen woning

In 2017 mag u € 100.000 belastingvrij schenken aan iedereen tussen de 18 en 40 die het geld gebruikt voor de financiering van zijn eigen woning. Deze verhoogde vrijstelling kennen wij uit 2013/2014. Hieronder vindt u de voorwaarden voor deze schenking.

 

shutterstock_165450731

U heeft geen schenkingen in het verleden gedaan
Heeft u aan iemand in het verleden nog niet eerder geschonken? Dan mag u in 2017 € 100.000 belastingvrij schenken. Voorwaarde voor de vrijstelling is dat de persoon aan wie u schenkt tussen de 18 en 40 jaar is en dat hij de schenking gebruikt voor de eigen woning. Ook moet er aangifte schenkbelasting worden gedaan. Wilt u de schenking uitsmeren over twee of drie opeenvolgende jaren? Dan geldt ook voor de volgende jaren dat de begunstigde tussen de 18 en 40 jaar is, dat hij de schenking gebruikt voor de eigen woning en dat er aangifte moet worden gedaan.

Schenkingen in 2015 of 2016 gedaan? Voorwaarden voor aanvullen
Heeft u in 2015 of 2016 aan iemand geschonken, dan mag u deze schenking in 2017 of 2018 aanvullen tot € 100.000. Dit mag als de schenking in 2015 of 2016 onder de huidige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning valt. Ofwel: de begunstigde is tussen de 18 en 40 jaar, hij gebruikt de schenking voor de eigen woning en er wordt aangifte gedaan.
Heeft u in 2015 of 2016 slechts een gedeelte van de vrijstelling voor de eigen woning benut, dan vervalt het restant van die oude vrijstelling. Slechts het verschil tussen de oude maximale vrijstelling en de huidige € 100.000 mag u nu belastingvrij schenken.

Heeft u tussen 2010 en 2014 een verhoogde schenking gedaan? Dan kunt u in 2017 niet meer aanvullen. U heeft de mogelijkheid om aan te vullen tot € 100.000 in 2013 – 2014 ook gehad. De wetgever heeft ervoor gekozen u niet nogmaals deze mogelijkheid te bieden. Hierbij is niet relevant of uw kind in 2014 wel of niet een eigen woning had.

Schenkingen vóór 2010 gedaan? Voorwaarden voor aanvullen
Heeft u voor 2010 een verhoogde schenking gedaan? Dan kunt u in 2017 alleen aanvullen als u in 2015 of 2016 eerst aanvult tot € 53.016, de huidige schenkingsvrijstelling voor de eigen woning. Voor 2010 kenden wij nog geen schenkingsvrijstelling voor de eigen woning. U krijgt daarom nu de kans om uw schenking belastingvrij aan te vullen tot € 53.016.

Wilt u in 2017 gebruik maken van de verhoogde vrijstelling, bereidt u dat dan in 2016 vast voor.

 

Wilt u meer informatie? Bel ons via 033-4347200 of mail ons info@hlg.nl.