Nieuws

DE TIJDELIJKE WET TURBOLIQUIDATIE          

Op 15 november 2023 treedt de tijdelijke wet inzake transparantie bij een Turboliquidatie in werking. De wet zal in ieder geval 2 jaar van kracht zijn, maar kan verlengd worden.

De turboliquidatie is een mogelijkheid om een lege rechtspersoon op laten houden te bestaan als er geen baten meer zijn. Dit kan dan zonder vereffening, op het moment dat het besluit tot ontbinding wordt genomen. Op dit moment bestaat er geen verplichting om hierover verantwoording af te leggen en schuldeisers kunnen ook geen verzet aantekenen. Dit is een makkelijke manier van ontbinden, maar hier wordt ook misbruik van gemaakt doordat er bijvoorbeeld niet betaalde schulden achterblijven.

Vanaf 15 november 2023 dienen er bij toepassing van de turboliquidatie binnen 14 dagen na liquidatie de nodige zaken bij de Kamer van Koophandel gedeponeerd te worden, onder andere de balans per liquidatiedatum en de jaarcijfers over vorige boekjaren, alsmede een beschrijving van de oorzaak van het ontbreken van baten en of er onbetaalde schuldeisers achterblijven. Ook dienen schuldeisers actief geïnformeerd te worden over de liquidatie.

Daarnaast regelt de wet dat als er sprake is van misbruik of als de nieuwe voorwaarden niet zijn nagekomen dat de verantwoordelijke bestuurder van de geliquideerde rechtspersoon een bestuursverbod kan krijgen opgelegd voor maximaal 5 jaar.

Wat betekent bovenstaande voor u?
Stel u heeft een inactieve vennootschap welke u op termijn zou willen liquideren, dan is het zinvol om na te gaan of de liquidatie kan plaatsvinden via de procedure van de turboliquidatie. Als dat zo is dan valt het aan te bevelen de liquidatie uit te voeren vóór 15 november 2023, zodat voorkomen wordt dat er aan de extra eisen rond deponeren voldaan dient te worden.

Neem contact op met uw HLG adviseur om uw concrete situatie door te nemen en een actieplan op te stellen.

 Auteur: Arjen Ploegman, Director Tax HLG

HET NUT VAN DE NULMETING EN DE HLG QUICK SCAN   

De jaarrekening is een jaarlijks terugkerend instrument om te kijken hoe het de onderneming het afgelopen jaar is vergaan. Daarmee is een jaarrekening retrospectief, terwijl u onderneemt met het oog op de toekomst. Daar ‘gebeurt het’ tenslotte nog en niet in het jaar dat achter u ligt. Desondanks kunt u wel lering trekken uit het verleden, met het oog op veranderingen (lees: verbeteringen) in de toekomst. Hoe kunt u werken aan, in plaats van in, uw bedrijf? Hoe identificeert u de ‘knoppen’ waaraan nog gedraaid kan worden om waarde te creëren? Waardemanagement dus.

Veel ondernemers denken bij een bedrijfswaardering aan iets dat op een eenmalig moment, zoals bij een verkoop- of uittredingsmoment, speelt. Maar een waardering kan juist benut worden als stuurinformatie. Werkt de uitgestippelde strategie?

Het verbeteren van de operationele kasstroom maakt de onderneming weerbaarder, om te kunnen blijven investeren en groeien, om mee te bewegen met de veranderingen in de markt. Die markt is tegenwoordig zo dynamisch dat een continue focus op aanpassen onontbeerlijk is geworden. Ook het mitigeren van (mogelijke) risico’s is daar onderdeel van. Het kan u bijvoorbeeld brengen bij een make-or-buy beslissing; wellicht is het nodig of gewenst om nieuwe, aanpalende activiteiten aan de onderneming toe te voegen om toekomstbestendig te blijven? Of juist een onderdeel af te stoten, de organisatie te herstructureren of aansluiting te zoeken bij een collega-ondernemer of financiële partij? Wellicht heeft u een bepaald toekomstig doel qua opbrengst van uw onderneming? Zit u op de juiste weg voor dat doel? Is er de komende jaren nog genoeg tijd om naar dat doel toe te werken? En hoe dan?

Allemaal vragen die starten met een eerste beeld van waar u met uw onderneming op dit moment staat… en waar u naar toe wilt.

Dat is nu precies waar wij bij HLG Corporate Finance een uitstekende propositie voor hebben: de HLG Quick Scan. Deze quick scan heeft niet als doel om de exacte waarde van de onderneming te bepalen, maar dient als een waarde-ijkpunt: de nulmeting en aansluitende monitoring. De rapportage is zeer bruikbaar bij het identificeren en analyseren van elementen waaraan gewerkt kan worden om de waarde te verhogen (de waarde verhogende factoren, ofwel ’value drivers’). Periodiek (bij voorkeur jaarlijks) kan de rapportage worden geüpdatet, ter monitoring van de progressie die gemaakt wordt. Op dat moment wordt iets dat vaak als een eenmalige momentopname wordt gezien ineens een geschikte management tool en meetinstrument, dat als één van de uitgangspunten voor waardemanagement kan dienen. En dat creëert bewustzijn bij u of u (nog) op de goede weg bent! Een ‘road map’ voor uzelf…

Wilt u ook weten waar uw vertrekpunt voor de toekomst ligt? Bel dan eens met één van onze corporate finance collega’s.

Auteur: Alois Dee, corporate finance adviseur HLG

FISCUS SCHRAPT MODELOVEREENKOMSTEN VRIJE VERVANGING VANAF 1 JANUARI

In onze nieuwsbrief van juli kondigden wij al aan dat er nieuwe wetgeving zou komen inzake het werken met zzp’ers. Per 1 januari trekt de fiscus de modelovereenkomsten voor vrije vervanging in, waardoor zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en hun opdrachtgevers nieuwe uitdagingen tegemoet treden. Dit besluit vereist nauwkeurige aandacht en expertise om de compliance met de belastingregels te waarborgen.

De modelovereenkomsten voor vrije vervanging werden eerder gebruikt als richtlijnen om de relatie tussen zzp’ers en opdrachtgevers te definiëren en zo zekerheid te bieden over hun fiscale status. Het nieuwe beleid vereist nu een meer gedetailleerde beoordeling van de arbeidsverhouding. Dit houdt in dat zowel opdrachtgevers als zzp’ers heldere contracten moeten hebben die rekening houden met de aard van het werk, de mate van zelfstandigheid en andere relevante factoren.

De accountant kan advies geven over de formulering van clausules die de zelfstandigheid van de zzp’er benadrukken en de risico’s van schijnzelfstandigheid verminderen. Daarnaast kan uw accountant ook de financiële administratie en rapportage van zowel zzp’ers als opdrachtgevers optimaliseren. Dit is van groot belang, aangezien de fiscus nu een grotere nadruk legt op het consistent en correct bijhouden van financiële gegevens.

Tevens is het geven van proactief advies over belastingplanning en -optimalisatie relevant gezien de veranderende regelgeving. Door de juiste fiscale strategieën te implementeren, kunnen zzp’ers en bedrijven hun belastingverplichtingen minimaliseren en tegelijkertijd aan de wettelijke voorschriften voldoen.

Kortom, met het intrekken van de modelovereenkomsten voor vrije vervanging staan zzp’ers en opdrachtgevers voor nieuwe fiscale uitdagingen. Accountants kunnen een rol spelen bij het begeleiden van bedrijven door dit veranderende landschap, van het opstellen van nauwkeurige contracten tot het optimaliseren van financiële processen en belastingstrategieën. Hun expertise draagt bij aan de zekerheid en naleving die essentieel zijn in deze complexe situatie.

Lees hier meer over dit onderwerp. Heeft u vragen over dit onderwerp? Neemt u dan contact op met uw adviseur bij HLG.

Auteur: Carlos Apapoe, Partner HLG

BRANCHES IN ZICHT

Op 13 juli heeft het FD aandacht besteed aan het SRA-Sectorrapport ‘Branches in Zicht 2023’. Dit rapport brengt de harde cijfers van het mkb over 2022 in kaart, per branche en in verschillende regio’s.

Om onze klanten van actuele branche-informatie te voorzien neemt HLG deel aan SRA-Branche in Zicht. Een uniek landelijk benchmarkplatform met actuele cijfers waardoor wij onder meer een vergelijk kunnen maken van uw positie ten opzichte van de concurrent. Dat gaat nog iets verder dan alleen branche-informatie.

Bekijk het SRA-Sectorrapport ‘Branches in Zicht 2023’ om te zien hoe uw branche en regio ervoor staat. Neem voor een benchmarkrapport voor uw eigen bedrijf contact met ons op. Wij kunnen voor u in kaart brengen hoe uw bedrijf presteert ten opzichte van de concurrent in uw regio.

Het FD publiceerde het artikel Winstgroei midden- en kleinbedrijf verschrompelt door kostenstijgingen. Lees het hier.

DE GEVOLGEN VAN ESG EN CSRD VOOR HET MKB IN NEDERLAND

ESG (Environmental, Social and Governance) en CSRD (Corporate Social Responsibility Disclosure) zijn gearriveerd. Welke impact heeft dit op het MKB (Midden- en Kleinbedrijf) in Nederland?

Allereerst beïnvloeden deze concepten het concurrentievermogen van MKB-bedrijven. Bedrijven die zich richten op duurzaamheid en maatschappelijke verantwoordelijkheid kunnen aantrekkelijker worden voor klanten, investeerders en partners, wat resulteert in een groter marktaandeel en groeikansen.

Daarnaast hebben ESG en CSRD een directe impact op de toegang tot financiering voor het MKB. Steeds meer investeerders en financiële instellingen integreren duurzaamheidsfactoren in hun besluitvorming. MKB-bedrijven met sterke ESG-prestaties hebben vaak een betere kans om financiering aan te trekken tegen gunstigere voorwaarden.

Op de lange termijn kunnen ESG en CSRD ook operationele efficiëntie stimuleren. Duurzaamheidsmaatregelen kunnen kostenbesparingen opleveren door het verminderen van energie- en hulpbronnenverbruik. Transparante CSRD-rapportage helpt bedrijven om hun prestaties te optimaliseren en hun relaties met belanghebbenden te versterken.

Kortom, de gevolgen van ESG en CSRD voor het MKB in Nederland zijn positief en veelzijdig. Door zich te richten op duurzaamheid en verantwoord ondernemen, kunnen MKB-bedrijven niet alleen hun reputatie en klantenloyaliteit versterken, maar ook hun concurrentievermogen vergroten en toegang krijgen tot betere financieringsmogelijkheden.

Om grip te krijgen op de impact van ESG hanteert HLG de ESG-praatplaat. Wij maken graag een afspraak om deze met u door te nemen en te zien op welke wijze ESG voor u gaat werken!

GRENSOVERSCHRIJDEND (TELE)WERKEN

Het komt tegenwoordig steeds meer voor dat personeel werkzaam is in meerdere landen. Dit kan tijdelijk zijn of permanent, volledig of deels.

Bij het werken over de grens of werken in meerdere landen komen veel aspecten kijken. Zo is het belangrijk na te denken over in welk land er loonbelasting is verschuldigd en in te houden is. Daarnaast is ook de sociale zekerheid relevant: in welk land is de werknemer sociaal verzekerd.

Met betrekking tot de sociale zekerheid zijn er een aantal recente ontwikkelingen. Sociale zekerheid is een terrein waarop de coördinatie binnen Europa is afgestemd, waardoor in elke situatie helder is waar iemand sociaal verzekerd is, dit kan maar in één land tegelijk zijn.

Regeling tijdens coronapandemie
Vanwege de coronapandemie gold een tijdelijke regeling inzake thuiswerken, deze regeling is per 30 juni 2023 beëindigd. Vanaf 1 juli 2023 geldt een nieuwe ‘kaderovereenkomst’ inzake thuiswerken. Op grond van deze overeenkomst kunnen werknemers die tot 50% van hun werktijd thuis werken toch verzekerd blijven in het land van hun werkgever.

Niet alle landen doen mee aan de kaderovereenkomst, maar wel een heel aantal, waaronder ook Nederland en onze omringende buurlanden.

Om een beroep te doen op toepassing van de kaderovereenkomst is het nodig een verzoek in te dienen bij de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Dit is een gezamenlijk verzoek van werkgever en werknemer. De SVB heeft op haar website een speciaal formulier waarmee getoetst kan worden of aan de voorwaarden voor toepassing van de overeenkomst voldaan wordt. Gedurende 1 jaar bestaat een overgangsregeling waarin de overeenkomst ook met terugwerkende kracht kan worden aangevraagd. Daarna kan maximaal 3 maanden terugwerkend een verzoek tot toepassing gedaan worden.

Vraag altijd een A1 verklaring aan
Naast bovenstaande is het in het algemeen belangrijk dat u een A1 verklaring bij de SVB aanvraagt in het geval u of uw personeel fysiek in een ander land werkt. Dit geldt ook al in het geval van een korte installatie- of montageklus, het bezoek van een internationaal event of beurs in het buitenland. Met de A1 verklaring kunt u aantonen dat personeel verzekerd is voor de sociale zekerheid. In veel Europese landen zoals Frankrijk en Italië worden regelmatig boetes opgelegd wegens het ontbreken van een A1 verklaring.

Heeft u vragen over werken over de grens en de fiscale of sociale zekerheidsgevolgen van werken in meerdere landen? Aarzel dan niet om bij één van onze belastingadviseurs hierover advies te vragen.

WERKEN MET ZZP’ERS, WAAR MOET U OP LETTEN?

WERKEN MET ZZP’ERS, WAAR MOET U OP LETTEN?

Wanneer u als ondernemer werkzaamheden laat uitvoeren doet u dit met eigen personeel (in loondienst), maar mogelijk ook wel met zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers).

In dit artikel gaan wij in op de recente ontwikkelingen naar aanleiding van de Deliveroo uitspraak van de Hoge Raad van 24 maart 2023, alsmede op andere belangrijke zaken om uw risico’s te beperken.

In de Deliveroo uitspraak draait het om de vraag of de bezorgers van Deliveroo zelfstandig zijn (standpunt Deliveroo) of in dienstbetrekking werkzaam zijn (standpunt FNV). Belangrijk hierbij was de vraag of de bezorgers zich mochten laten vervangen en of ze de vrijheid hadden om niet te werken. Volgens de Hoge Raad dienen alle omstandigheden gewogen te worden en was er in het geval van de bezorgers voor Deliveroo wel sprake van een arbeidsovereenkomst.

De gevolgen kunnen groot zijn, op arbeidsrechtelijk gebied (bijvoorbeeld vast dienstverband, pensioenopbouw, recht op vakantiegeld etc.), maar ook op fiscaal gebied (inhouden van loonbelasting en afdracht van premies werknemersverzekeringen).

Het is dus belangrijk dat u, als u werkt met zelfstandigen, altijd toetst of deze echt zelfstandig zijn of schijnzelfstandig. Tot 1 mei 2016 kon hiervoor een VAR verklaring worden aangevraagd bij de Belastingdienst. Vanaf dat moment is de VAR verklaring afgeschaft en kunt u werken met ‘modelovereenkomsten’ van de Belastingdienst. Uiteraard is het van groot belang dat de feitelijke invulling van de werkzaamheden dan ook overeenkomt met hetgeen opgeschreven wordt in de modelovereenkomst, want anders kunt u geen vertrouwen ontlenen aan de toepassing van de modelovereenkomst.

Nieuwe wetgeving
De verwachting is dat er nieuwe wetgeving gaat komen[1] waardoor er een gelijker speelveld gaat komen tussen werknemers en zelfstandigen. Daarnaast worden de regels verduidelijkt inzake het beoordelen van een arbeidsrelatie. Er wordt onder andere gekeken naar materieel gezag, inbedding van het werk en zelfstandig ondernemerschap. De bedoeling is dat de nieuwe wetgeving per 1 januari 2025 ingaat. Vanaf dat moment zal er ook strenger gehandhaafd gaan worden op de toepassing van de wetgeving inzake zelfstandigen. Ook zal de komende tijd een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zelfstandigen ingevoerd gaan worden.

Wat kunt u nu doen:

  • Werk met de modelovereenkomsten van de Belastingdienst;
  • In geval van twijfel raadpleeg uw belastingadviseur van HLG voor nader advies om kostbare problemen achteraf te voorkomen.

[1] Kamerbrief d.d. 16 december 2022 inzake voortgangsbrief werken met en als zelfstandige

WAT TE DOEN MET BOX 3?

WAT TE DOEN MET BOX 3?

De ontwikkelingen over de box 3 heffing in de Inkomstenbelasting blijven zich maar opstapelen. Wij kunnen ons voorstellen dat u inmiddels het overzicht kwijt bent in wat nu de status is. Wij nemen u in dit artikel mee in de gebeurtenissen en de huidige status, omdat dit ook invloed kan hebben op keuzes die u voor de toekomst kunt maken.

Het begon allemaal met de zogenaamde kerstuitspraak van de Hoge Raad op 24 december 2021. Daarin verklaarde de Hoge Raad de forfaitaire berekeningswijze met vermogenscategorieën, zoals die vanaf 2017 in de wet staat, als in strijd met het Unierecht en dat er rechtsherstel geboden is op een wijze die aansluit bij het werkelijke rendement.

Inmiddels is het rechtsherstel over de oude jaren (2017 tot net met 2022) die op de datum van de Hoge Raad uitspraak nog niet onherroepelijk vast stonden afgerond.

Ook wordt door de Belastingdienst sinds de Hoge Raad uitspraak automatisch rechtsherstel toegepast bij het opleggen van aanslagen over de jaren 2021 en 2022 en ook over voorgaande jaren. Dat gebeurt op basis van een nieuwe berekening waarbij met de werkelijke verdeling van het vermogen over de beleggingscategorieën rekening wordt gehouden. Per beleggingscategorie geldt een eigen rendementspercentage. Ook voor schulden geldt een forfaitair aftrekpercentage.

Ook de berekeningswijze zoals deze nu vanaf 2023 en de komende jaren wordt toegepast bestaat uit een rendementspercentage per beleggingscategorie op basis van de werkelijke verdeling van het vermogen over de diverse categorieën. Zo geldt in 2023 voor sparen een rendement van 0,36%, voor overige bezittingen 6,17% en voor schulden 2,57% (voorlopig). Over het berekende rendement wordt dan 32% box 3 heffing berekend. Er geldt een heffingsvrij vermogen van EUR 57.000 per belastingplichtige.

De verwachting is dat ook over deze berekeningswijze elk belastingjaar geprocedeerd gaat worden via massale bezwaarprocedures.

De bedoeling is dat er uiteindelijk nieuwe wetgeving ingevoerd wordt die meer aansluit bij het werkelijk genoten inkomen. Deze nieuwe wetgeving wordt op zijn vroegst vanaf 2026, maar waarschijnlijk nog later van kracht. Voorlopig blijven we te maken houden met forfaitaire berekening van het behaalde rendement en ook met onzekerheid of de heffing in box 3 de rechterlijke toets zal doorstaan.

Wat is voor nu van belang:

  • Zorg dat u, bij het definitief worden van een aanslag Inkomstenbelasting waarin box 3 vermogen wordt belast, in aanmerking komt om met een massaal bezwaar procedure mee te doen. Daardoor kunt u meeprofiteren mocht de Hoge Raad opnieuw besluiten dat de berekeningswijze in box 3 ook nu nog niet voldoet aan de daaraan te stellen eisen.
  • Als u ‘overige beleggingen’ bezit die laag renderen (minder dan 5% per jaar) dan kan het aantrekkelijk zijn deze vermogensbestanddelen in box 2 (aanmerkelijk belang) onder te brengen. Dit kan leiden tot een lagere belastingheffing. Vraag uw HLG belastingadviseur om nader advies hierover.

WET BESCHERMING KLOKKENLUIDERS

WET BESCHERMING KLOKKENLUIDERS

Op 18 februari 2023 is de Wet bescherming klokkenluiders in werking getreden, waardoor melders van misstanden beter beschermd worden. Een belangrijke verandering is dat werkgevers nu moeten aantonen dat een melder vanwege zijn of haar melding niet benadeeld is, in plaats van andersom.

Het inwerkingtredingsbesluit voor de implementatiewet is op 17 februari 2023 gepubliceerd in het Staatsblad (Stb. 2023, 52). Sommige bepalingen, van de Wet bescherming klokkenluiders, zijn echter nog niet direct van kracht. Hiervoor is aanvullende regelgeving vereist voordat deze bepalingen in werking kunnen treden. Bovendien moet er een uitvoerings- en handhavingstoets worden uitgevoerd met betrekking tot de sanctietaak en -bevoegdheden van het Huis voor klokkenluiders.

Artikel 21c van de Wet bescherming klokkenluiders bepaalt dat werkgevers in de private sector met 50 tot 249 werknemers pas vanaf 17 december 2023 aan de nieuwe eisen hoeven te voldoen. Dit biedt deze werkgevers extra tijd om zich aan te passen aan de strengere eisen en om eventuele interne meldprocedures aan te passen.

Strengere eisen
Met de invoering van de Wet bescherming klokkenluiders beoogt de overheid een veilige omgeving te creëren waarin klokkenluiders zonder angst voor repercussies misstanden kunnen aankaarten. Dit houdt in dat werkgevers moeten voldoen aan strengere eisen, waaronder:

– Bescherming van klokkenluiders: Werkgevers zijn verantwoordelijk voor het waarborgen van effectieve bescherming van klokkenluiders tegen benadeling en vergelding. Dit omvat vertrouwelijkheid, het voorkomen van intimidatie en discriminatie, en het treffen van passende maatregelen ter bescherming van de klokkenluider.

– Interne meldprocedure: Werkgevers dienen een duidelijke en toegankelijke interne meldprocedure te implementeren, waarmee werknemers veilig en vertrouwelijk misstanden kunnen melden. De meldprocedure moet voldoen aan bepaalde standaarden, zoals het bieden van een helder meldingskanaal, waarborging van vertrouwelijkheid en eerlijke behandeling van de melding.

– Onderzoek en opvolging: Werkgevers moeten zorgdragen voor grondig onderzoek van gemelde misstanden en passende opvolgingsmaatregelen nemen. Dit kan onder meer inhouden dat onafhankelijk onderzoek wordt uitgevoerd en dat disciplinaire of corrigerende maatregelen worden genomen bij geconstateerd wangedrag.

Met deze strengere eisen en maatregelen hoopt de wetgever de meldingsbereidheid van klokkenluiders te vergroten en zo effectiever corruptie, fraude en andere misstanden te bestrijden. Door werkgevers meer verantwoordelijkheid te geven en de bescherming van klokkenluiders te waarborgen, wordt beoogd een veilige omgeving te creëren waarin eerlijke en noodzakelijke meldingen van misstanden kunnen plaatsvinden.

VOORJAARSNOTA 2023

In de Voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet de stand van zaken opgemaakt van de financiële situatie van Nederland. De Voorjaarsnota is een belangrijk document omdat het de basis vormt voor de begroting van het komende jaar. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat er enkele belangrijke ontwikkelingen zullen plaatsvinden op fiscaal gebied. Zo zal er gekeken worden naar de box 3-regeling en zal de BOR-regeling aangepast worden.

Box 3-regeling
De box 3-regeling is een belastingregeling waarbij de inkomsten uit vermogen belast worden. Hierbij wordt er een fictief rendement berekend, waarover een bepaald percentage aan belasting verschuldigd is. De afgelopen jaren is er veel kritiek geweest op de box 3-regeling omdat deze onrechtvaardig zou zijn. Mensen met spaargeld betalen namelijk belasting over een fictief rendement dat ze niet behalen, terwijl mensen met een hoger risico-beleggingsprofiel soms wel meer rendement behalen maar daar minder belasting over betalen. Het kabinet heeft aangekondigd dat er gekeken zal worden naar aanpassingen van de box 3-regeling om deze meer rechtvaardig te maken, waarbij de insteek zal zijn om meer aansluiting te zoeken bij het werkelijke rendement op het vermogen. Overigens zal het nog wel tot zeker 1 januari 2027 duren voordat deze voornemens ingevoerd worden. De verwachting is dat met Prinsjesdag 2023 een wetsvoorstel hiertoe gepresenteerd zal worden.

Aanpassing BOR-regeling
De BOR-regeling (Bedrijfsopvolgingsregeling) is een belangrijke belastingregeling die van toepassing is bij bedrijfsoverdracht, bijvoorbeeld bij overdracht van een familiebedrijf. De regeling maakt het mogelijk om een deel van de waarde van het bedrijf vrij te stellen van belastingheffing. De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de BOR-regeling omdat deze regeling vooral ten goede zou komen aan vermogende families en minder aan ondernemers die niet uit een vermogende familie komen. Het kabinet heeft ook hierover gezegd naar mogelijke aanpassing te gaan kijken om deze meer toegankelijk te maken voor alle ondernemers. Concreet worden in ieder geval de volgende wijzigingen voorzien, die naar verwachting per 1 januari 2025 zullen ingaan:

  • Verlaging van het vrijstellingspercentage van 83% naar 70% met gelijktijdige verhoging van de vrijstelling van 1 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro ondernemingsvermogen;
  • De afschaffing van de 5% vrijstelling voor ondernemingsvermogen;
  • Het afschaffen van de dienstbetrekkingseis;
  • Versoepelingen in de bezits- en voortzettingseis.

De concrete invulling van deze plannen zal naar verwachting met Prinsjesdag 2023 bekend gemaakt worden.