Nieuws

31 mei 2017
Blauwe enveloppe van Belastingdienst en briefpapier van HLG accountants en adviseurs

Een holding heeft een lastige positie voor de BTW. De onderneming heeft namelijk in sommige gevallen geen recht op aftrek van BTW. De BTW-last bijft dan op de holding rusten. Hoe zit dit precies? We zetten het voor u op een rij.

Opname van een holding in een BTW-fiscale eenheid kan de BTW-druk (gedeeltelijk) wegnemen. De vorming van een BTW -fiscale eenheid tussen een holding en haar werkmaatschappijen is echter niet in alle situaties mogelijk. Wanneer kwalificeert een holding zich als BTW-ondernemer? En wanneer heeft een holding recht op aftrek van BTW en kan zij onderdeel uitmaken van een BTW-fiscale eenheid?

 

WANNEER IS EEN HOLDING EEN BTW-ONDERNEMER?

Het uitgangspunt is, dat het houden van aandelen voor de BTW niet beschouwd wordt als een economische activiteit. Wil er sprake zijn van een economische activiteit, dan moet er tegen vergoeding een levering of dienst verricht worden. Het eventuele dividend wordt in dat geval niet als vergoeding aangemerkt. Het gevolg daarvan is, dat een holding die uitsluitend aandelen houdt (de ‘zuivere holding’) en geen vergoeding ontvangt voor de daarmee samenhangende activiteiten, geen BTW-ondernemer is. Dat ligt anders in deze drie situaties:

1.    De holding treedt op als effectenhandelaar.

2.    De holding mengt zich direct of indirect met het beheer van de vennootschappen waarin zij deelneemt. Het is dan een zogenaamde moeiende holding. Deze inmening bestaat bijvoorbeeld uit het verrichten van management, administratieve, boekhoudkundige of informaticadiensten voor de deelnemingen. Vereist is wel dat de holding hiervoor een vergoeding in rekening brengt, anders kwalificeert zij zich alsnog niet als BTW-ondernemer.

3.    De houdsteractiviteiten vormen het rechtstreekse, duurzame en noodzakelijke verlengstuk van een belastbare economische activiteit.

 

WANNEER HEEFT EEN HOLDING RECHT OP BTW-AFTREK?

Om de BTW in aftrek te kunnen brengen, gelden enkele voorwaarden. Eén hiervan is het ondernemerschap. Voor een holding is in dat opzicht van belang of er een economische activiteit wordt uitgeoefend in de ondernemingssfeer. Voor een niet-economische activiteit (niet-ondernemingssfeer) bestaat geen recht op aftrek.

Houdt een moeiende holding aandelen, en verricht de holding daarnaast tegen betaling BTW-belaste diensten voor de vennootschappen waarin zij deelneemt? Dan heeft zij volledig recht op BTW-aftrek. Bij het bepalen van de aftrek hoeft dan geen tweedeling te worden gemaakt tussen:

·         niet-economische activiteiten (het houden van aandelen);

·         economische activiteiten (moeien in het beheer van deelnemingen tegen betaling).

Het recht op aftrek wordt wel beperkt als de holding ook aandelen houdt in deelnemingen waarin zij zich niet tegen betaling in het beheer mengt. In dat geval is alleen de BTW op kosten die toerekenbaar zijn aan de economische activiteiten aftrekbaar. Verder is de BTW op ingekochte goederen en diensten alleen aftrekbaar als deze direct toerekenbaar is aan BTW-belaste prestaties. Op enkele uitzonderingen na, geldt er geen recht op aftrek wanneer vrijgestelde prestaties worden verricht. Daarnaast bestaat er naar rato recht op aftrek van BTW op algemene kosten (niet direct toerekenbaar) als deze zijn opgenomen in de kostprijs van de omzet die is belast met BTW.

 

HOE WERKT DE VERDEELSLEUTEL BIJ DE AFTREK VAN BTW?

De aftrek van BTW op kosten moet volgens de Staatssecretaris van Financiën worden vastgesteld volgens een verdeelsleutel. Het gaat om een sleutel die wordt gebruikt voor economische en niet-economische activiteiten. De verdeelsleutel is afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Denk hierbij aan omzetverhouding, m2, opbrengsten of kosten. Vanzelfsprekend onder de voorwaarde dat deze zoveel mogelijk recht doen aan het gebruik dat van de goederen en diensten wordt gemaakt.

 

HOLDINGS EN BTW-FISCALE EENHEID

Een zuivere holding is geen BTW-ondernemer en kan geen onderdeel uitmaken van een fiscale eenheid. In de zogenoemde ‘holding-resolutie’ heeft de Staatssecretaris van Financiën echter goedgekeurd dat een topholding wel deel kan uitmaken van een fiscale eenheid. Een topholding is een holding die tot het concern behoort en een beleidsbepalende en sturende functie heeft ten dienste van de werkmaatschappijen die opereren binnen het concern. Hierdoor heeft de topholding een economische functie binnen het concern. Vandaar dat deze deel kan uitmaken van de fiscale eenheid.

Dit betekent dat de fiscale eenheid de BTW die op de holding drukt, in aftrek kan brengen als en voorzover de fiscale eenheid met BTW belaste prestaties verricht.

Meer weten? Neemt u dan gerust contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.