Nieuws

28 februari 2019

Heeft u een lening voor de eigen woning bij uw BV? Houd er dan rekening mee dat de tarieven voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting veranderen vanaf dit jaar. Dit gebeurt stapsgewijs van 2019 tot en met 2022. Wat dit voor u als directeur-grootaandeelhouder (verder DGA’s) betekent, leest u hieronder.

 

Ons advies aan DGA’s met een eigen woningschuld aan de BV was altijd: kies voor een zo hoog mogelijke rente binnen fiscale grenzen. Dan is de belastingaftrek hoger dan de verschuldigde belasting over de rente en houdt u per saldo geld over. Dit advies is binnenkort niet meer van kracht omdat de tarieven voor de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting veranderen.

 

TARIEVEN EN WIJZIGINGEN

Op de site van de Rijksoverheid ziet u wat de tarieven voor de komende jaren zijn. Dit zijn de directe links:

Tarieven vennootschapsbelasting

Tarieven inkomstenbelasting over dividenduitkeringen

Wijzigingen inkomstenbelasting hypotheekrenteaftrek

 

 

EEN REKENVOORBEELD

Wat houdt deze wijziging precies in? We schetsen dit aan de hand van een voorbeeld. In ons voorbeeld gaat het om een eigen woning met een lening bij de eigen bv van € 300.000. De rente is vastgesteld op 5%. De WOZ-waarde van de woning is € 350.000.

In 2019 geldt nog dit:

Het eigenwoningforfait is 0,65%, ofwel € 2.275. Privé betaalde u € 15.000 rente aan de BV. Deze rente is aftrekbaar. Dit zorgt ervoor dat u per saldo € 12.725 van uw inkomen kan aftrekken. Het maximale belastingtarief waartegen deze kosten van de eigen woning aftrekbaar zijn, is 49%. De belastingteruggave is dus € 6.235. Uw netto rentelast na belastingteruggave is € 8.764.

In de BV is over de € 15.000 rente een bedrag van € 2.850 aan vennootschapsbelasting verschuldigd. U houdt dan € 12.150 over, en dat keert de bv uit aan de aandeelhouder. Na € 3.038 inkomstenbelasting in box 2, is dat netto voor de DGA € 9.112.  Dat is € 348 meer dan de netto rentelast. De komende jaren verandert dit in stappen, waardoor u in 2023 geen geld overhoudt, maar moet betalen.

In 2023 geldt dit:

Het eigenwoningforfait wordt 0,45%, ofwel € 1.575. Privé betaalt u € 15.000 rente aan de bv. De aftrekbare kosten uit eigen woning bedragen dan € 13.425. U mag deze kosten nog maar aftrekken tegen maximaal 37,5%. De belastingteruggave is dus € 5.035. Uw netto rente last bedraagt € 9.965.

In de BV is over de € 15.000 een bedrag van € 2.250 aan vennootschapsbelasting verschuldigd. U komt hierdoor in de bv op een bedrag van € 12.750 dat aan de aandeelhouder wordt uitgekeerd. Dit wordt belast tegen het dan geldende belastingpercentage over dividenduitkeringen van 26,9%, ofwel € 3.430.  Per saldo houdt u netto € 9.320 dividend over. Dat is € 645 minder dan de netto rentelasten.

 

ONS NIEUWE ADVIES

Deze nieuwe situatie houdt in, dat we juist adviseren te kiezen voor een zo laag mogelijke rente voor de hypotheek op de eigen woning binnen fiscale grenzen. Wellicht kunt u uw huidige leningsovereenkomst bij de bv aanpassen. Bij tussentijdse verlaging van de hypotheekrente brengt de bank u een boeterente in rekening. Als de BV u zo’n boeterente in rekening brengt, zal de Belastingdienst dit niet als onzakelijk kunnen bestempelen. Ons advies is dan ook: doe dit in 2019, nu u per saldo nog overhoudt aan de rente bij uw BV.

 

Wilt u weten wat de gewijzigde regelgeving betekent voor uw persoonlijke situatie?

Neem dan contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.