Maak nu uw eigen Belastingplan voor 2017

Welke fiscale veranderingen komen eraan? En hoe kunt u hier als ondernemer het best van profiteren? Met onze adviezen maakt u uw belastingplan voor 2017 snel op orde.

1.    Eigen woning? Zo zet u om naar een lagere rente

De rente is nog steeds laag. Voor veel woningeigenaren is het hierdoor aantrekkelijk om de lopende financiering van de eigen woning om te zetten in een nieuwe met een lagere rente. Echter: bij een dergelijke omzetting is meestal boeterente verschuldigd. Hoe voorkomt u dit?

Kies voor rentemiddeling

In de regel moet u boeterente ineens betalen. Maar steeds vaker is het mogelijk om te kiezen voor rentemiddeling. De rente op de lopende eigenwoninglening wordt in dit geval gemiddeld met de nieuwe, lagere rente. De rentevaste periode wordt vervangen voor een nieuwe. Daarbij geldt voor de nieuwe periode de gemiddelde rente plus een opslag.

Zo’n opslag bestaat uit twee delen:

·         De boeterente als compensatie voor de gemiste rente op de voortijdig afgeloste lening. Deze boeterente wordt       uitgesmeerd over de resterende looptijd van de lening.

·         Andere opslagen, vooral ter vergoeding voor het risico van het vroegtijdig aflossen van de lening bij verkoop van de woning.

Afsplitsen

De gespreid betaalde boeterente blijft fiscaal aftrekbaar als kosten van de eigenwoningschuld. De opslag voor het risico van voortijdige aflossing van de lening bij verkoop wordt niet als aftrekbare rente aangemerkt. Deze moet u afsplitsen. Maar wanneer het totaal van deze opslag niet meer dan 0,2 % is, blijft de gehele vergoeding fiscaal aftrekbaar.

 

2.    Wijzigingen bijtelling privégebruik auto

In de Autobrief II heeft het kabinet de wijzigingen bekendgemaakt over de bijtelling voor het privégebruik van een auto. Er zijn nu nog 5 bijtellingspercentages. Deze zijn afhankelijk van de CO2-uitstoot. De bijtellingspercentages zijn: 4%, 15%, 21% en 25% van de catalogusprijs en 35% van de waarde in het economisch verkeer bij auto’s ouder dan 15 jaar.

Wijzigingen 2017 en 2019

·         Vanaf 2017 blijft de bijtelling voor nulemissie-auto’s (elektrische auto’s) 4% van de catalogusprijs;

·         Voor auto’s met een uitstoot vanaf 1 gram CO2 per kilometer wordt de bijtelling 22% van de catalogusprijs;

·         Voor auto’s ouder dan 15 jaar blijft de bijtelling 15% van de waarde in het economisch verkeer;

·         Vanaf 2019 geldt de bijtelling van 4% voor nulemissie-auto’s alleen nog voor dit soort auto’s met een cataloguswaarde tot € 50.000.

Overgangsperiode

Wilt u nog gebruik maken van de lage bijtellingspercentages van 15% of 21%? Koopt dan dit jaar nog een auto met een uitstoot tot 50 gram of van 50 tot 106 gram CO2 per kilometer. Deze lagere bijtelling geldt dan voor een overgangsperiode van 5 jaar.

Proefprocedure bij rechtsongelijkheid

Tot slot is er een rechtsongelijkheid bij aanschaf van een auto met een uitstoot van meer dan 106 gram CO2 per kilometer in 2016. In dat geval geldt een bijtellingspercentage van 25%. Schaft u echter dezelfde auto aan in 2017, dan geldt een bijtellingspercentage van 22%.

Tegen deze ongelijkheid wordt binnenkort een proefprocedure gestart. Wilt u een auto aanschaffen met een uitstoot van meer dan 106 gram CO2 per kilometer? Ons advies is om deze aankoop uit te stellen tot na 1 januari 2017.

 

3.    Aftrek uitgaven monumentenpanden afgeschaft

 

De aftrek van uitgaven voor rijksmonumentenpanden wordt afgeschaft met ingang van 1 januari 2017. Hier worden twee redenen voor aangevoerd:

·         Het zijn toch alleen ‘de rijken’ die hiervan profiteren;

·         De eigenaren plegen het onderhoud toch wel, aftrekbaar of niet. Er is hierdoor sprake van een zogenaamd ‘deadweight loss’, oftewel weggegooid geld.

 

Overgangsregeling

Van groot belang voor nu: bent u in 2016 verplichtingen aangegaan, zorgt dan dat deze ook in 2016 worden betaald.

Er is een ‘overgangsregeling’ aangekondigd voor 2017 en 2018. Deze bestaat uit een subsidieregeling. Hoe die regeling eruit komt te zien is nog niet duidelijk. Wat we wel al weten, is dat er € 25 miljoen minder in dat potje beschikbaar komt.

 

4.    Scholingsuitgaven komen te vervallen

De aftrekpost voor scholingsuitgaven komt te vervallen. Dit gaat pas in per 1 januari 2018, maar het is goed dat u zich dit nu al realiseert. Wij vinden het merkwaardig dat deze uitgaven

ter verbetering van de arbeidsmarktpositie worden doorgestreept door een kabinet dat ‘banen-banen-banen’ en ‘een leven lang leren’ zo hoog in het vaandel heeft staan.

Van de helft van de opbrengst van deze maatregel zal een ‘gerichte uitgavenregeling’ in de vorm van scholingsvouchers worden aangeboden. Deze zijn in het bijzonder bedoeld voor mensen die uit zichzelf minder geneigd zijn scholing te volgen, maar waarvan het maatschappelijk belang groot is.

Meer informatie? Neem dan contact met ons op via info@hlg.nl of bel ons: 033 – 434 7200.

 

1 januari 2017 : einde van pensioen in eigen beheer

Het pensioen in eigen beheer wordt afgeschaft. Vanaf 1 januari mag niet langer gedoteerd worden aan het pensioen in eigen beheer. Wat betekent dit voor u? Hieronder leest u de mogelijkheden.

Pensioen iStock_000045436386_XXXLarge

Er gingen al langer geruchten over de afschaffing van het pensioen in eigen beheer. Het is dan ook geen verrassing dat op Prinsjesdag het wetsvoorstel Uitfasering pensioen in eigen beheer en overige fiscale pensioenmaatregelen kwam. De bestaande pensioenen in eigen beheer worden de komende jaren uitgefaseerd. En daar zijn drie varianten voor bedacht.

1. Afkoopvariant

De eerste maatregel is een tijdelijke. Uiterlijk 31 december 2019 mag het pensioen in eigen beheer in één keer afgekocht worden. Over de afkoopwaarde is loonbelasting verschuldigd. De afkoopwaarde is de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting minus een korting van 34,5% bij afkoop in 2017. In 2018 is de korting 25%, in 2019 19,5%.

2. Spaarvariant

De tweede mogelijkheid is de spaarvariant, ook wel de oudedagsverplichting genoemd. Bij deze variant wordt de fiscale balanswaarde van de pensioenverplichting relevant. Deze wordt jaarlijks vermeerderd met een wettelijk voorgeschreven rente. Op of vijf jaar vóór de AOW-gerechtigde leeftijd start de uitkering. Deze uitkering is gelijk aan de reservering op dat moment gedeeld door twintig jaren. De twintig jaren wordt vermeerderd met het aantal jaren dat de uitkering eerder ingaat dan de AOW-gerechtigde leeftijd.

3. Premievrij pensioenvariant

De laatste variant is de variant ‘niets doen’. De huidige pensioenregeling wordt premievrij gemaakt. De aanspraak die u heeft opgebouwd tot en met 2016 blijft gehandhaafd en komt tot uitkering op de pensioendatum.

Wat kiest u?

Welke variant het meest voordelig is, is per situatie verschillend. De afkoopvariant heeft een hoge belastingkorting, maar de belasting die verschuldigd is, moet wel op zeer korte termijn betaald worden. Over het algemeen is de hoogte van de pensioenuitkering bij de premievrije pensioenvariant het hoogst. Maar de hoogste uitkering is niet per definitie ook fiscaal optimaal. Laat u daarom adviseren!

En verder nog …

Kiest u voor de afkoopvariant of de spaarvariant? Dan moet uw partner hiermee instemmen. Bij deze varianten verliest de partner namelijk het recht op een levenslang nabestaandenpensioen.

En wilt u pensioen opbouwen? Met ingang van 1 januari 2017 mag een directeur-grootaandeelhouder alleen nog pensioen opbouwen via een verzekerde regeling.

Meer informatie? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder.