Nieuws

Update bedrijfsopvolgingsregeling

Met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is het mogelijk om een onderneming (onder voorwaarden) fiscaal vriendelijk te schenken of te laten vererven. Wat betekent dit in de praktijk? Wanneer de waarde van het ondernemingsvermogen niet meer bedraagt dan € 1.205.871 (bedrag 2023) is bij schenken/erven geen successierecht verschuldigd. Als het ondernemingsvermogen meer waard is, geldt voor het meerdere een vermindering van 83%. De vrijstelling van erf- en schenkbelasting geldt niet voor beleggingsvermogen.

Daarnaast is in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling, DSR, opgenomen. Wanneer een onderneming wordt overgedragen (geschonken/vererfd), ontstaat er een winst van kort gezegd de werkelijke waarde minus de boekwaarde van de onderneming. Deze winst kan worden doorgeschoven naar de opvolgers, waardoor dit niet direct leidt tot afdracht van inkomstenbelasting over deze winst.

Al enige tijd wordt er door het Kabinet gesproken over aanpassing van deze twee regelingen. Vooralsnog wordt er nagedacht over de volgende wijzigingen:

  • Voor zowel de BOR als de DSR worden alle aan derden verhuurde onroerende zaken gezien als beleggingsvermogen. Dit betekent dat de faciliteiten per definitie niet meer van toepassing zullen zijn op onroerende zaken die worden verhuurd aan derden;
  • Het al dan niet laten vervallen van de dienstbetrekkingseis in de DSR (de dienstbetrekkingseis houdt in dat degene die de aandelen verkrijgt minstens drie jaar in dienst moet zijn geweest bij de onderneming);
  • Het aanpassen van de bezits- en voortzettingseis in de BOR zodat deze beter aansluit op de aard van de onderneming;
  • Tot slot wil het Kabinet een nieuw beleid doorvoeren om constructies met zogenoemde baby-bv’s aan te pakken. Lees hier met wat er bedoeld wordt met baby-bv’s.

De wijzigingen gaan waarschijnlijk in op Prinsjesdag 2023 of per 1 januari 2024. Zodra hierover meer bekend is, laten wij dat uiteraard weten.

Papieren schenkingen

Hoewel de jubelton per 1 januari 2023 is verlaagd (zie ons eerder gepubliceerde item) zijn er nog wel andere manieren om vermogen fiscaal vriendelijk naar de volgende generatie over te doen, zoals papieren schenkingen. U kunt tijdens uw leven bedragen schenken aan uw nabestaanden en deze vervolgens schuldig blijven. Uw nabestaanden hebben dan een vordering op u, die vrijvalt bij uw overlijden. De erfenis vermindert dus met de schuldig erkende bedragen, waardoor ook de erfbelasting minder wordt.

Deze zogenaamde papieren schenkingen kunt u niet zomaar doen. U moet hiervoor wel aan een aantal eisen voldoen. Namelijk,

  • U bent jaarlijks 6% rente verschuldigd over de schuldig gebleven schenking (deze rente moet daadwerkelijk worden uitbetaald)
  • De schenking moet notarieel worden vastgelegd (dit hoeft echter niet ieder jaar, maar slechts één keer worden gedaan blijkt uit een recente uitspraak van het Hof)

Wanneer u bijvoorbeeld 20 jaar lang een papieren schenking doet ter hoogte van de jaarlijkse belastingvrije schenking aan kinderen (dat is in 2023 € 6.035), kan dit tot maximaal € 47.000 aan erfbelasting besparen. Lees hier meer.

Tijdig aanvragen voorlopige aanslagen

Onlangs stond in onze nieuwsbrief dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting verhoogd zou worden van 8% naar 10,5%. Het Ministerie van Financiën heeft een dag later bepaald dat de verhoging toch niet nu wordt doorgevoerd. 

Ondanks dat blijft het van groot belang om de voorlopige aanslag goed te beoordelen.

Gedurende de coronacrisis was de belastingrente op vennootschapsbelastingschulden tijdelijk verlaagd. Nu we weer in wat rustiger vaarwater zijn beland zal de rente binnenkort weer gekoppeld worden aan de wettelijke rente. Voor de vennootschapsbelasting betekent dat op dit moment nog geen verhoging. Deze blijft voorlopig nog op 8%. Voor de inkomstenbelasting blijft de rente 4%.

Als u verwacht dat u inkomsten- of vennootschapsbelasting moet bijbetalen over het belastingjaar 2022, is het verstandig om een voorlopige aanslag aan te vragen vóór 1 mei a.s. ter voorkoming van belastingrente. De belastingrente komt bovenop het bedrag wat u moet bijbetalen aan inkomsten- of vennootschapsbelasting.

De belastingrente voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting wordt gerekend over de periode 1 juli 2023 tot en met:

  • 6 weken na de datum van de aanslag of
  • 19 weken nadat de aangifte is ingediend (wanneer de aanslag niet binnen 3 maanden nadat de aangifte is ingediend wordt opgelegd)

Geen belastingrente
Er wordt geen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte voor de inkomstenbelasting wordt ingediend vóór 1 mei en de aangifte voor de vennootschapsbelasting vóór 1 juni. Ook wordt er geen belastingrente in rekening gebracht voor beide wanneer er een voorlopige aanslag wordt aangevraagd vóór 1 mei. Er is dan wel belastingrente verschuldigd over het eventueel resterende bedrag dat naar aanleiding van de definitieve aanslag nog moet worden betaald.

Gebroken boekjaar
Wanneer er sprake is van een gebroken boekjaar voor de vennootschapsbelasting, dan wordt er belastingrente in rekening gebracht vanaf de eerste dag van de zevende maand die volgt op de afloop van het boekjaar. Als een aanslag binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt opgelegd, bent u geen belastingrente verschuldigd.

Wij helpen u graag
Als wij voor u een voorlopige aanslag voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting kunnen aanvragen, horen wij het graag. Neem contact op met uw relatiebeheerder of belastingadviseur.

DGA en netto-inkomen in de huwelijkse voorwaarden

Bent of komt u met uw huwelijkspartner huwelijkse voorwaarden overeen met een periodiek verrekening beding? Dan is het belangrijk het begrip inkomen goed te definiëren. Rechtbank Den Haag heeft bepaald dat tot het te verrekenen inkomen van de DGA alleen het daadwerkelijk van de BV genoten arbeidsinkomen behoort.

Bijvoorbeeld: In 2003 zijn een man en vrouw gehuwd onder huwelijkse voorwaarden met uitsluiting van elke huwelijksgoederengemeenschap. In de huwelijkse voorwaarden is een bepaling opgenomen over de verdeling van de kosten van de huishouding. Deze kosten komen ten laste van de netto-inkomens van de man en de vrouw naar evenredigheid.

Verder staat in de huwelijkse voorwaarden wat onder netto-inkomen wordt verstaan. Namelijk, winst uit onderneming in de zin van de Wet IB 2001 en loon in de zin van de Wet Loonbelasting. Winst uit onderneming is kort gezegd ook de winst van een BV, zijnde minimaal het gebruikelijk loon. Kan op grond hiervan geen netto-inkomen worden bepaald en heeft een van de echtelieden dividend uit de BV genoten, dan behoren die ook tot de netto-inkomens.

In geschil bij de rechtbank Den Haag is onder meer de uitleg van het periodieke verrekenbeding in de huwelijkse voorwaarden. De vrouw wil ook het in de BV’s opgebouwde vermogen, althans de waarden van de aandelen van de ondernemingen, in de verrekening betrekken. De vrouw stelt dat de inkomsten van partijen gezamenlijk zijn.

Opgepotte winsten behoren niet tot netto-inkomen
De rechtbank oordeelt dat de vrouw onvoldoende heeft onderbouwd dat de bedoeling van partijen een volledige gemeenschap van inkomen is geweest. Volgens de rechtbank hebben de man en de vrouw nadrukkelijk uitzonderingen op het inkomensbegrip opgenomen. Hieruit blijkt dat partijen bewust de in de BV’s opgepotte winsten hebben willen uitsluiten van het begrip netto-inkomen. Partijen hebben de bedoeling gehad en ook redelijkerwijze moeten begrijpen dat de niet-uitgekeerde winsten van de BV’s niet voor verrekening in aanmerking zouden komen.

Wilt u hier meer over weten of heeft u hier hulp bij nodig? HLG kan daarbij helpen.

Gebruikelijke-loonregeling en onbelaste vergoeding WKR

Wijzigingen gebruikelijk-loonregeling
Vanaf 1 januari 2023 gaan er twee dingen wijzigen in de gebruikelijk-loonregeling voor de DGA.

Allereerst wat achtergrondinformatie. Voor iemand die meer dan 5% van de aandelen in een BV heeft waarin hij/zij werkzaam is, geldt de gebruikelijk-loonregeling.

Het gebruikelijk loon moet minimaal het hoogste bedrag zijn van de volgende bedragen:

  • het loon van de meestverdienende werknemer bij de vennootschap of het geheel concern;
  • 75% van het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking (doelmatigheidsmarge).

Met een ondergrens van € 48.000.

Vanaf 1 januari 2023 gaan er twee dingen wijzigen in de gebruikelijk-loonregeling

  • Het minimum van € 48.000 wordt verhoogd naar € 51.000.
  • De doelmatigheidsmarge wordt afgeschaft, waardoor het loon minimaal gelijk moet zijn aan 100% van het loon uit een meest vergelijkbare dienstbetrekking.

Deze wijzigingen hebben als gevolg dat een DGA over het algemeen zichzelf een hoger loon moet uitkeren.

Benutten vrije ruimte WKR door onbelaste vergoeding
Onder de WKR-regeling kan een werkgever (de BV) onbelaste vergoedingen aan werknemers (de DGA) doen ter hoogte van de vrije ruimte. In 2022 bedraagt de vrije ruimte 1,7% over € 400.000 van de loonsom en 1,18% over het meerdere.

Ons advies is om, met het eind van 2022 in zicht, te kijken of deze vrije ruimte volledig is benut. Wanneer dit niet het geval is kan de resterende vrije ruimte van 2022 bijvoorbeeld gebruikt worden om een onbelaste uitkering te doen aan de DGA of andere werknemers binnen het bedrijf. Dit mag (afgezien van de vrije ruimte) tot € 2.400 per werknemer per jaar zijn. Een onbelaste uitkering moet nog in 2022 worden uitbetaald.

Voorbeeld: wanneer een DGA een salaris heeft van € 60.000 (en enig werknemer is), bedraagt de vrije ruimte over 2022 € 1.020. Wanneer er nog geen vergoedingen en verstrekkingen zijn gedaan ten laste van de vrije ruimte, kan deze € 1.020 belastingvrij worden uitgekeerd aan de DGA.

Jubelton veiligstellen door schenking € 1 in 2022

Zoals eerder aangekondigd komt er in 2024 een einde aan ‘de jubelton’, ofwel de belastingvrije schenking (€ 106.671) voor de aankoop/verbouwing van de eigen woning of de aflossing van de eigenwoningschuld.

In 2023 wordt de vrijstelling al verlaagd naar € 28.947. Toch is er nog een mogelijkheid om in 2023 gebruik te maken van de hogere vrijstelling van 2022. Door voor het eind van dit jaar (2022) nog minimaal € 1 te schenken mag deze schenking in 2023 nog worden aangevuld tot een bedrag van € 106.671. Dit noemen we gespreid schenken. De ontvanger van de schenking moet ook ten tijde van de aanvullende schenking in 2023 aan de leeftijdseis voldoen (tussen de 18 en 40 jaar zijn) en de schenking moet uiterlijk in 2024 gebruikt worden voor de eigen woning. De belastingdienst kan meer informatie hierover geven. Klik hier

Om gebruik te maken van deze spreidingsmogelijkheid dient u wel een aantal dingen te regelen:

  • zoals gezegd minimaal € 1 schenken (daadwerkelijk te betalen);
  • een schenkingsovereenkomst opstellen;
  • aangifte schenkbelasting indienen vóór 1 maart 2023 waarin u beroep doet op de vrijstelling.

Wilt u hier meer over weten of heeft u hier hulp bij nodig? HLG kan daarbij helpen.

UPDATE BOX 3 HEFFING – NIEUW PERSPECTIEF

In september informeerden wij u over het rechtsherstel voor de box 3 heffing voor de jaren 2017 t/m 2020.

Met Prinsjesdag werd bekend gemaakt dat er geen rechtsherstel wordt verleend aan mensen die geen bezwaar hadden gemaakt. De staatssecretaris gaf aan dat verzoeken om ambtshalve vermindering afgewezen zouden worden. Dit stuitte echter op zoveel weerstand dat de fiscale brancheorganisaties besloten in overleg te gaan met het ministerie.

Op 4 november kwam de staatssecretaris met de toezegging dat diegenen die geen bezwaar hebben gemaakt tegen de box 3 heffing automatisch gaan meedoen aan een nog te starten massaal bezwaarprocedure. Hiervoor is dus geen actie vereist. Reeds verstuurde verzoeken om ambtshalve vermindering worden vastgehouden. Dit geeft helaas nog geen garantie dat men alsnog in aanmerking komt voor het rechtsherstel, maar biedt wel meer perspectief dan de eerdere afwijzing.

Zodra er meer duidelijkheid is brengen wij u uiteraard op de hoogte. Dit zal naar waarschijnlijkheid begin 2023 zijn.
Meer over dit onderwerp kunt u hier lezen. Of kijk op de site van de rijksoverheid.

WIJ HELPEN U GRAAG

Mocht u nu al vragen hebben over deze regelingen, dan kunt u contact opnemen met een van onze fiscalisten. Zij helpen u graag verder.

 

 

TEGEMOETKOMING ENERGIEKOSTEN VOOR ENERGIE-INTENSIEF MKB

Onlangs maakte de minister van Economische Zaken en Klimaat bekend dat het kabinet ondernemers tegemoet komt in de energiekosten. Er komen twee soorten regelingen beschikbaar. De eerste betreft de regeling Tegemoetkoming Energiekosten (TEK), bedoeld voor energie-intensieve mkb bedrijven. De vergoeding zal gelden voor de periode november 2022 tot en met december 2023.

Daarnaast gaat het prijsplafond én de vaste korting, die nu ook geldt voor huishoudens, ook gelden voor kleinverbruikers zoals zzp’ers, winkels en een deel van het kleine mkb. Meer weten over het verschil tussen klein- en grootverbruikers? Kijk dan hier.

VOORWAARDEN TEK

Om in aanmerking te komen voor de TEK moet de mkb-onderneming aan een aantal voorwaarden voldoen:

  • De onderneming moet ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel;
  • De energiekosten van de mkb-onderneming komen overeen met minimaal 7% van de omzet;
  • Het jaarlijkse verbruik is hoger dan 5.000 kuub gas óf 50.000 kilowattuur elektriciteit;
  • De onderneming heeft maximaal 250 werknemers en een jaaromzet van minder dan € 50 miljoen.

HOOGTE VERGOEDING TEK

De tegemoetkoming is 50% van de energiekostenstijging boven de drempelprijs. Deze drempelprijs is vastgesteld op € 1,19 per m3 gas en € 0,35 per kilowattuur elektriciteit.

De maximale prijscompensatie is € 1,00 per m3 gas en € 0,30 per kWh. De vergoeding bedraagt maximaal € 160.000 euro per onderneming.

Op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) kunt u twee voorbeeldberekeningen vinden.

MEER INFORMATIE

De aanvraagperiode gaat waarschijnlijk pas in het tweede kwartaal van 2023 open. Dan kunt u de tegemoetkoming met terugwerkende kracht aanvragen.

Wanneer er meer bekend is over de openstelling van de TEK informeren wij u hierover. Via de website van de RVO kunt u zich ook aanmelden om direct op de hoogte te worden gehouden.

WIJ HELPEN U GRAAG

Mocht u nu al vragen hebben over deze regelingen, dan kunt u contact opnemen met een van onze fiscalisten. Zij helpen u graag verder.

EINDEJAARSTIPS 2022

JUBELTON

De schenkingsvrijstelling voor eigen woningen (ook wel bekend als de jubelton) wordt per 1 januari 2023 verlaagd naar € 28.947 (was € 106.671). Per 1 januari 2024 wordt de vrijstelling helemaal afgeschaft.

Als u nog gebruik wilt maken van de vrijstelling van € 106.671, moet u dat dit jaar regelen. Degene die de schenking ontvangt heeft dan nog tot eind 2024 de tijd om de schenking te besteden aan de eigen woning.

VRIJE RUIMTE

Benut de mogelijkheden binnen de werkkostenregeling. Als er nog vrije ruimte resteert kunt u dit gebruiken om nog in 2022 belastingvrije vergoedingen en verstrekkingen te doen aan uw werknemers.

In 2023 wordt de vrije ruimte tot een loonsom van € 400.000 verhoogd tot 3% (2022: 1,7%). Als u de vrije ruimte over 2022 overschrijdt, kunt u overwegen om vergoedingen en verstrekkingen uit te stellen tot in 2023.

VERSOBERING BEDRIJFSOPVOLGINGSREGELING (BOR)

In het Belastingplan is nu nog geen wijziging opgenomen ten aanzien van de faciliteiten die er zijn voor bedrijfsopvolgingen. De versobering van de BOR staat wel op de politieke agenda. Naar verwachting zal dit voor 2024 en mogelijk al voor 2023 gaan gelden. Aangegeven is dat de verhuur van vastgoed mogelijk niet meer zal delen in deze fiscale faciliteiten.

Begin november komt het kabinet met een reactie op een onderzoek dat is uitgevoerd naar de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten. Er wordt breed rekening mee gehouden dat de faciliteiten worden versoberd en (deels) zelfs afgeschaft. Kom nu nog in actie en maak gebruik van de fiscale faciliteiten van bedrijfsopvolging.

AFTREKPOSTEN IN 2022 NOG TEGEN 40%

Het tarief van de eerste schijf in box 1 daalt volgend jaar naar 36,93%. De meeste aftrekposten kunnen dan slechts tegen dit tarief worden verrekend. Voor dit jaar kan dit nog tegen een tarief van 40%. Dit geldt als je inkomen meer dan € 73.031 bedraagt en je aftrekposten dus (deels) tegen het hoogste tarief kunt aftrekken. Je kunt hierop inspelen door aftrekposten zo veel mogelijk in de tijd naar voren te halen. Denk bijvoorbeeld aan het vooruitbetalen van hypotheekrente.

OVERDRACHTSBELASTING

De overdrachtsbelasting voor niet-woningen, woningen gekocht ter belegging (verhuur) en bijvoorbeeld vakantiewoningen stijgt van 8% naar 10,4% in 2023. Als u van plan bent om op korte termijn (bijvoorbeeld) een vakantiewoning of bedrijfspand aan te schaffen, doe dat dan nog dit jaar.

VERBREKEN FISCALE EENHEID VPB

In 2023 wordt de schijfgrens van de vennootschapsbelasting (waarover het lagere tarief verschuldigd is) verlaagd van € 395.000 naar € 200.000. Vanaf 2023 bedraagt de vpb over de eerste schijf tot € 200.000 19% en over het meerdere 25,8%. Gezien het verschil tussen het lage en het hoge tarief én het verlagen van de eerste tariefschijf, wordt het verbreken van de fiscale eenheid interessanter. Na verbreking van de fiscale eenheid kan iedere afzonderlijke vennootschap het lagere tarief in de eerste tariefschijf benutten.

HERVORMING BOX 3

Naar aanleiding van het Kerstarrest van de Hoge Raad wordt met ingang van 2026 een nieuwe regeling ingevoerd voor de berekening van het voordeel uit sparen en beleggen. Voor de tussenliggende jaren 2023 tot en met 2025 is een tijdelijke regeling gevormd. In dit artikel gaan we in op deze regelingen, die de Eerste en Tweede Kamer nog moeten goedkeuren. Daarnaast behandelen we kort de status van het rechtsherstel over de jaren 2017 tot en met 2020.

 

RECHTSHERSTEL (2017 t/m 2020)

Wanneer u bezwaar heeft gemaakt tegen de heffing over box 3, gaat het rechtsherstel automatisch. In de meeste gevallen heeft u hier al bericht over gehad van de Belastingdienst.

Ook als er op 24 december 2021 nog geen aanslag opgelegd was, of deze nog niet onherroepelijk vast stond, heeft u recht op rechtsherstel. De Belastingdienst legt deze aanslagen momenteel op.

Als u geen bezwaar heeft gemaakt, heeft u helaas geen recht op rechtsherstel. Het kabinet heeft besloten deze groep belastingplichtigen niet tegemoet te komen. De staatssecretaris heeft aangegeven dat verzoeken om ambtshalve vermindering afgewezen worden.

OVERBRUGGINGSREGELING BOX 3

Zoals aangegeven gaat voor de jaren 2023 tot en met 2025 een tijdelijke regeling gelden waarbij de belastingheffing wordt gebaseerd op de werkelijke samenstelling van het vermogen. Het vermogen wordt verdeeld in drie categorieën: banktegoeden, overige bezittingen en schulden.

  • Spaargeld wordt belast op basis van de gemiddelde rente in het betreffende belastingjaar.
  • Voor beleggingen wordt uitgegaan van het meerjarig gemiddelde rendement.
  • Voor schulden geldt de gemiddelde rente op hypotheekschulden in het betreffende belastingjaar.

Met name voor de overige bezittingen is het van belang om het werkelijke rendement te vergelijken met het meerjarig/fictief gemiddelde rendement. Voor 2022 is dit meerjarig/fictief gemiddelde rendement 5,53%. Het is denkbaar dat u vermogensbestanddelen heeft die geen rendement halen van 5,53%. In dat geval sluit de tijdelijke regeling niet aan op het Kerstarrest. Neem contact op met uw relatiebeheerder als dit voor u geldt. Wij kunnen uw situatie dan voor u beoordelen.

Om peildatumarbitrage te voorkomen wordt een maatregel ingevoerd die ervoor zorgt dat het tijdelijk omzetten van vermogensbestanddelen (bijvoorbeeld beleggingen in banktegoeden) geen belastingvoordeel oplevert.

Het tarief voor box 3 wordt voor 2023 32% (2024: 33%, 2025: 34%). Het heffingsvrij vermogen wordt verhoogd naar € 57.000 (€ 114.000 voor partners).

DEFINITIEVE REGELING BOX 3

Vanaf 2026 zal een definitieve nieuwe regeling worden ingevoerd waarbij belasting wordt geheven over het werkelijk behaalde rendement (bijvoorbeeld rente, dividend of huurinkomsten). Daarnaast wordt de vermogensmutatie belast (bijvoorbeeld koersresultaat van beleggingen). De details van deze regeling zijn nog niet bekend.

WIJ HELPEN U GRAAG

Heeft u vragen over de veranderingen in box 3? Wij helpen u graag. Neem contact met ons op via info@hlg.nl of 033-4347200.