Nieuws

Het dga-pensioen met pensioen?

Pensioen opbouwen in eigen beheer – blijft dat in de toekomst bestaan voor de directeur-grootaandeelhouder? In december 2012 deed toenmalig staatssecretaris Weekers een toezegging aan de Tweede Kamer over het in eigen beheer gehouden pensioen van de dga. Wat is er sindsdien gebeurd, en waar staan we nu?

Weekers gaf in december 2012 aan dat het hanteren van twee waarderingsstelsels naast elkaar – de fiscale en de commerciële – kan leiden tot onduidelijkheden en onevenwichtigheden. Voor Prinsjesdag 2013 wilde de staatssecretaris kijken naar mogelijkheden om de gevolgen van het huidige onderscheid tussen commerciële en fiscale waarderingsregels weg te nemen.

Drie varianten
Prinsjesdag 2013 werd december 2013. Weekers schreef een brief aan de Tweede Kamer, waarin hij de randvoorwaarden en zijn visie op het pensioen in eigen beheer uit de doeken deed. Drie varianten waren voor hem bespreekbaar. Inmiddels is de huidige staatssecretaris Wiebes drie brieven en twee jaar verder in het ‘pensioendossier’. In de eerste brief van Wiebes wordt een keuze gemaakt voor één van de drie varianten van Weekers, in de tweede brief wordt er nog een vierde variant aan toegevoegd. Dan komt Wiebes in december 2015 met een derde brief, waarin hij alle opties van tafel veegt. Hij wil pensioen in eigen beheer simpelweg afschaffen. Op 15 maart 2016 heeft Wiebes de vragen van de Tweede Kamer hierover beantwoord.

Waar staan we nu?
Het idee van Weekers is om met ingang van 1 januari 2017 geen pensioenopbouw in eigen beheer meer toe te staan. De dga die pensioen wil opbouwen, is – net als een ‘echte’ werknemer – aangewezen op pensioenproducten bij een bank of een verzekeraar.

Bestaande pensioenvoorzieningen in eigen beheer kunnen in 2017 eenmalig worden afgekocht. Hierbij zou 70% van de fiscale (balans)waarde als afkoopsom worden belast in de loonheffing. Dit komt bovenop het huidige salaris, waardoor al snel belast wordt tegen het toptarief van 52%.

De dga die niet tot afkoop overgaat, kan zijn pensioen in eigen beheer belastingvrij omzetten in een oudedagssparen in eigen beheer. Dit gaat dan om een spaarbedrag ter grootte van de fiscale waarde van de pensioenvoorziening. Deze oudedagsspaarverplichting rendeert jaarlijks met een vastgesteld percentage. Op het moment dat de dga de pensioengerechtigde leeftijd bereikt, wordt het gespaarde bedrag gedurende een periode van 20 jaar uitgekeerd. Die uitkeringen zijn op dat moment aan loonbelasting onderworpen.

De (ex-)partner van de dga komt er bekaaid vanaf als de dga niet tot afkoop overgaat. Het pensioen in eigen beheer valt nog onder de Wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding. De oudedagsspaarverplichting in eigen beheer is echter geen onderwerp van de verevening. Wiebes is er nog niet uit hoe dit op te lossen.

1 januari 2017 …?
Drieënhalf jaar na de oorspronkelijke toezegging van Weekers heeft Wiebes een richting gekozen met nog een hoop ‘losse eindjes’. Zou de datum van 1 januari 2017 gehaald worden? Of wordt de pensioendatum van het pensioen in eigen beheer nog verder uitgesteld? Wij wachten af.

Belastingvoordeel dankzij V.O.F. met de eigen B.V.

De verschillen in de belastingheffing tussen een B.V. en een eenmanszaak in de inkomstenbelasting zijn groot. Door voordelen te combineren kan een fiscaal zeer interessante situatie ontstaan. Een casus.

De vennootschapsbelasting kent het voordeel van een 20%-tarief. Hiertegenover staat een groot aantal ondernemersfaciliteiten in de inkomstenbelasting. Een combinatie van beide, waarbij de B.V. en de privé-ondernemer de vennoten zijn, kan fiscaal gunstig zijn. In een recente belastingprocedure werd een vennootschap onder firma aangegaan tussen een werk-BV en de privé-persoon, DGA van de B.V.

Rentevergoeding en arbeidsbemiddeling
Wat was de situatie? De werk-BV bracht de onderneming in in de vennootschap onder firma. De DGA bracht zijn arbeid en vlijt in. Ieder van de vennoten kreeg eerst 4% rentevergoeding over zijn kapitaal in de vennootschap onder firma. De DGA kreeg een arbeidsbeloning uit de winst van € 60.000. En de restantwinst werd 50/50 verdeeld.
De belastingdruk werd op deze manier geoptimaliseerd, waarbij ook gebruik werd gemaakt van de ondernemersfaciliteiten van de inkomstenbelasting.

Voordeel aanschaf bedrijfspand
Ook werd er een bedrijfspand aangeschaft. De DGA rekende dit tot zijn eigen ondernemingsvermogen en bracht het pand niet in in de vennootschap onder firma. Voor de inkomstenbelasting werd de DGA als starter aangemerkt. Hierdoor kon hij vervroegd afschrijven, waardoor hij ineens € 301.800 ten laste van zijn inkomen kon brengen. Dit leverde direct een groot belastingvoordeel op door de mogelijkheid van verliescompensatie met voorgaande jaren.

Wat vond de Belastingdienst ervan?
Kortom: een zeer profijtelijke situatie. Dat vond ook de Inspecteur van de Belastingdienst. Hij had een aantal argumenten om de constructie te bestrijden. Het werd een rechtszaak, die de ondernemer won. De Rechtbank stelde de Inspecteur op alle fronten in het ongelijk. Dit betekent voor andere ondernemers dat het best raadzaam kan zijn om een dergelijke structuur op te zetten. Zeker als u aanzienlijke investeringen moet doen. Uiteraard spelen daarbij veel meer facetten een rol. Vraag dus altijd eerst om deskundig advies!

Bent u ondernemer? En bent u van plan te investeren in milieuvriendelijke apparatuur?

Maak dan gebruik van de MIA- en Vamil-regeling! Dit heeft fiscale voordelen voor u. De overheid heeft deze regelingen in het leven geroepen om een beter milieu te bevorderen. Hoe werken de MIA en Vamil?

MIA: extra aftrekpost
De MIA houdt in dat u een extra aftrekpost in aanmerking mag nemen die ten laste van de fiscale winst komt. Dit verlaagt het resultaat en daarmee ook de verschuldigde (inkomsten- of vennootschaps)belasting. De MIA is 13,5%, 27% of 36% van het investeringsbedrag in een bedrijfsmiddel dat op de milieulijst is aangemerkt. Het gaat om een bedrijfsmiddel waarvan de code begint met A, B, D, E, F of G. Dit bedrag komt ten laste van de fiscale winst. U kunt het cumuleren met de gebruikelijke kleinschaligheidsinvesteringsaftrek.

Vamil: maximaal 75% ineens afschrijven
De Vamil biedt de mogelijkheid om maximaal 75% van het investeringsbedrag op een willekeurig moment af te schrijven. Het gaat daarbij om een bedrijfsmiddel waarvan de code begint met A, B, C of D. Dit betekent wel dat voor de overige 25% regulier afgeschreven moet worden. Maximaal 75% ineens afschrijven heeft als voordeel dat een hogere afschrijving in dat jaar ten laste van de fiscale winst kan worden gebracht. Hiermee is een liquiditeits- en rentevoordeel te behalen. Daarnaast kan het voordelig zijn om de Vamil toe te passen in een jaar waarin uw bedrijf veel winst maakt. U kunt in dat geval als ondernemer of met uw vennootschap in lagere belastingpercentages terechtkomen.

Milieulijst
Op de milieulijst staan de bedrijfsmiddelen die voor deze regelingen in aanmerking komen.
Echter: niet alle investeringen die op de milieulijst staan komen voor beide regelingen in aanmerking. Soms geldt alleen MIA, soms alleen Vamil. Wij informeren u graag hierover.

Eerst melding doen
Om voor de regeling(en) in aanmerking te komen, moet u binnen drie maanden na het aangaan van de investeringsverplichting een melding doen bij de Rijksdienst Voor Ondernemend Nederland. Neem contact met ons op voor advies! Ook met de melding voor toepassing van deze regeling(en) helpen wij u graag.

Alles over het afschaffen van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie)

Op 2 februari ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA).  Met de invoering van deze wet verdwijnt de VAR vanaf 1 mei 2016. Wat houdt dit in voor opdrachtgever en opdrachtnemer? We zetten het voor u op een rij.

Wat is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)?

In 2005 werd de VAR ingevoerd. Deze verklaring geeft opdrachtgevers vooraf zekerheid over de (fiscale) aard van hun relatie tot een inhuurkracht. Meestal is dit een zzp’er. De VAR geeft de opdrachtgever duidelijkheid over het al dan niet verplicht inhouden van loonheffingen door de opdrachtgever. De VAR geeft de opdrachtnemer duidelijkheid over de manier van verwerken van inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting. Bijvoorbeeld als winst uit onderneming.

 

Wat gaat er veranderen?

Opdrachtgevers en opdrachtnemers leggen per 1 mei 2016 de overeengekomen werkzaamheden en voorwaarden vast in (model-)overeenkomsten. Deze zijn door de fiscus opgesteld of beoordeeld.

De opdrachtgever krijgt door deze modelovereenkomst vooraf zekerheid of hij loonheffingen in moet houden. Een paar van deze overeenkomsten staan al op de website van de Belastingdienst. U vind ze hier.

Er zijn drie soorten overeenkomsten:

  • algemene modelovereenkomsten;
  • voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen;
  • individuele overeenkomsten.

 

Het is niet verplicht deze overeenkomsten te gebruiken. U kunt ook zelf een overeenkomst maken, die u ter beoordeling voorlegt aan de fiscus. Mail uw overeenkomst aan alternatiefvar@belastingdienst.nl. Vermeld in uw mail:

  • de naam van de opdrachtgever of de naam van de organisatie die de overeenkomst voorlegt;
  • gaat het om een organisatie, meld dan wat voor organisatie het is (brancheorganisatie, intermediair);
  • gegevens van de contactpersoon van de organisatie die de overeenkomst voorlegt zoals naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres;
  • of de overeenkomst voor een of meerdere opdrachtgever(s) bestemd is;
  • legt de opdrachtgever of opdrachtnemer de overeenkomst voor, vermeld dan het fiscaalnummer (RSIN) of het BSN-nummer;
  • een volledig en duidelijk overzicht van alle gemaakte afspraken;
  • wat de overeengekomen werkzaamheden zijn en onder welke omstandigheden opdrachtnemer deze uitvoert;
  • of de overeenkomst door bemiddeling tot stand gekomen is;
  • (eventueel) geldende specifieke regelgeving of certificeringseisen.

 

Grootste verschil met de VAR

De VAR gaf zekerheid over de bron van inkomsten voor de opdrachtnemer (winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden). Deze zekerheid verdwijnt. Pas als de fiscus de aangifte inkomstenbelasting van de opdrachtnemer beoordeelt, wordt bepaald of er sprake is van winst uit onderneming. Het werken volgens overeenkomst of beoordeelde eigen overeenkomst zegt dus alleen iets over de verplichting van de opdrachtgever tot inhouding van loonheffingen en dergelijke zaken. Het zegt niets over het ondernemerschap van de opdrachtnemer. Juist de medeverantwoordelijkheid voor een juist inhouding van belastingen en premies komt door deze nieuwe wetgeving verder te liggen richting de opdrachtgever.

 

Implementatietermijn

De invoering van het werken volgens (model-)overeenkomst heeft een implementatietermijn van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017. In deze periode kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijze aanpassen an het werken met de nieuwe overeenkomsten. Tijdens deze periode houdt de fiscus weel toezicht, maar neemt geen (straf-)maatregelen als niet geheel volgens de overeenkomst wordt gewerkt. Wel zal de fiscus handhaven als er sprake is van overduidelijke fraude.

 

Overgangsregeling voor mensen die nu met een VAR werken

Werkt u met een VAR voor 2014 en/of 2015? Dan kunt u deze ook in 2016 gebruiken als de werkzaamheden onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden plaatsvinden. In dat geval hoeft er geen nieuwe VAR voor 2016 te worden aangevraagd. Werken onder andere omstandigheden of voorwaarden gaat over bijvoorbeeld andere werkzaamheden, het ontstaan van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, etcetera.

Werkt u voor 1 mei 2016 al onder andere omstandigheden of voorwaarden? Dan kunt u kiezen voor:

  • het aanvragen van een nieuwe VAR die geldig is tot 1 mei 2016, of
  • het gebruiken van een modelovereenkomst. Dit is nu al mogelijk.

 

Let op: de positie van commissarissen

De staatsecretaris van Financien gaf bij de behandeling van deze wijziging in de Tweede Kamer aan, dat commissarissen voortaan altijd onder de loonheffing vallen. Tijdens de behandeling van de Eerste Kamer op 26 januari 2016 is de staatsecretaris echter teruggekomen op dit standpunt. Hij heeft toegezegd om de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen af te zullen schaffen: eerst via een beleidsbesluit en later via een aanpassing in e Wet op de loonbelasting. Voor commissarissen bestaat dan vanaf 1 mei 2016 geen fictieve dienstbetrekking meer. Er hoeft dan voor geen enkele commissaris meer loonheffing te worden ingehouden, ook niet in de situaties waarin nu geen sprake is van een VAR.

De exacte uitwerking van deze toezegging moet nog plaatsvinden. Wij nemen aan dat dit voor 1 mei gebeurt.

 

Vragen over de nieuwe wet?

Heeft u vragen over de nieuwe wet? Neemt u dan contact op met een van onze fiscale adviseurs.

 

Auto van de zaak: Gedeeld bezit en bijtelling

De DGA van een BV kan zijn auto van de zaak samen met zijn BV in eigendom hebben. Bij een gezamenlijk bezit – stel 50% voor de BV en 50% voor de DGA – moeten de kosten en lasten van de auto navenant worden verdeeld. Het gezamenlijk bezit werkt ook door in de bijtelling privégebruik auto, zo heeft Hof Den Haag recent beslist. Als de DGA ook voor privédoeleinden over de auto kan beschikken, stelt de BV haar aandeel (in dit geval 50%) in de auto ter beschikking en moet over dat aandeel de bijtelling worden toegepast.

In de zaak voor het gerechtshof Den Haag speelde het volgende. Een DGA en zijn BV (BV X) deelden de eigendom van een auto. BV X had een aandeel van 75%, en de DGA van 25%. BV X had 75% van de aanschafprijs van de auto geactiveerd, 75% van de exploitatiekosten kwam voor haar rekening. De DGA betaalde de andere 25%. De DGA en BV X waren dat gezamenlijk bezit mondeling overeengekomen. De DGA kon de auto ook voor privédoeleinden gebruiken. Volgens BV X was door het gezamenlijk bezit geen sprake van het ter beschikking stellen van een aut o van de zaak voor privédoeleinden: het privégebruik door de DGA was 25% van het totaalgebruik en dat kwam overeen met het aandeel van de DGA in de auto van de zaak.

Daar was de rechter het niet mee eens. BV X had haar aandeel in de auto (van 75%) aan de DGA ter beschikking gesteld voor onder meer privédoeleinden. Over dat gedeelte moest de bijtelling worden toegepast: 25% van 75% van de cataloguswaarde van de auto moest tot het loon van de DGA worden gerekend. De bedragen die hij privé had betaald hadden uitsluitend betrekking op zijn aandeel (van 25%) in de auto; hij was deze bedragen niet verschuldigd voor het privégebruik van de auto. En konden dus ook niet als eigen bijdrage van de DGA in aftrek worden gebracht.

Alles over het afschaffen van de VAR (Verklaring Arbeidsrelatie)

Op 2 februari ging de Eerste Kamer akkoord met het wetsvoorstel Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA). Met de invoering van deze wet verdwijnt de VAR vanaf 1 mei 2016. Wat houdt dit in voor opdrachtgever en opdrachtnemer? We zetten het voor u op een rij.

Wat is de Verklaring Arbeidsrelatie (VAR)?

In 2005 werd de VAR ingevoerd. Deze verklaring geeft opdrachtgevers vooraf zekerheid over de (fiscale) aard van hun relatie tot een inhuurkracht. Meestal is dit een zzp’er.

De VAR geeft de opdrachtgever duidelijkheid over het al dan niet verplicht inhouden van loonheffingen door de opdrachtgever. De VAR geeft de opdrachtnemer duidelijkheid over de manier van verwerken van inkomsten in de aangifte inkomstenbelasting. Bijvoorbeeld als winst uit onderneming.

Wat gaat er veranderen?

Opdrachtgevers en opdrachtnemers leggen per 1 mei 2016 de overeengekomen werkzaamheden en voorwaarden vast in (model-)overeenkomsten. Deze zijn door de fiscus opgesteld of beoordeeld.

De opdrachtgever krijgt door deze modelovereenkomst vooraf zekerheid of hij loonheffingen in moet houden. Een paar van deze overeenkomsten staan al op de website van de Belastingdienst. U vindt ze hier.

 Er zijn drie soorten overeenkomsten:

  • algemene modelovereenkomsten;
  • voorbeeldovereenkomsten voor branches en beroepsgroepen;
  • individuele overeenkomsten.

 

Het is niet verplicht deze overeenkomsten te gebruiken. U kunt ook zelf een overeenkomst maken, die u ter beoordeling voorlegt aan de fiscus. Mail uw overeenkomst aan alternatiefvar@belastingdienst.nl. Vermeld in uw mail:

  • de naam van de opdrachtgever of de naam van de organisatie die de overeenkomst voorlegt;
  • gaat het om een organisatie, meld dan wat voor organisatie het is (brancheorganisatie, intermediair);
  • gegevens van de contactpersoon van de organisatie die de overeenkomst voorlegt zoals naam, adres, telefoonnummer en e-mailadres;
  • of de overeenkomst voor één of meerdere opdrachtgever(s) bestemd is;
  • legt de opdrachtgever of opdrachtnemer de overeenkomst voor, vermeld dan het fiscaal nummer (RSIN) of het BSN-nummer;
  • een volledig en duidelijk overzicht van alle gemaakte afspraken;
  • wat de overeengekomen werkzaamheden zijn en onder welke omstandigheden opdrachtnemer deze uitvoert;
  • of de overeenkomst door bemiddeling tot stand gekomen is;
  • (eventueel) geldende specifieke regelgeving of certificeringseisen.

Grootste verschil met de VAR

De VAR gaf zekerheid over de bron van inkomsten voor de opdrachtnemer (winst uit onderneming of resultaat uit overige werkzaamheden). Deze zekerheid verdwijnt. Pas als de fiscus de aangifte inkomstenbelasting van de opdrachtnemer beoordeelt, wordt bepaald of er sprake is van winst uit onderneming.

Het werken volgens overeenkomst of beoordeelde eigen overeenkomst zegt dus alleen iets over de verplichting van de opdrachtgever tot inhouding van loonheffingen en dergelijke zaken. Het zegt niets over het ondernemerschap van de opdrachtnemer. Juist de mede-verantwoordelijkheid voor een juiste inhouding van belastingen en premies komt door deze nieuwe wetgeving verder te liggen richting de opdrachtgever.

Implementatietermijn

De invoering van het werken volgens (model-)overeenkomst heeft een implementatietermijn van 1 mei 2016 tot 1 mei 2017. In deze periode kunnen opdrachtgevers en opdrachtnemers hun werkwijze aanpassen aan het werken met de nieuwe overeenkomsten. Tijdens deze periode houdt de fiscus wel toezicht, maar neemt geen (straf-)maatregelen als niet geheel volgens de overeenkomst wordt gewerkt. Wel zal de fiscus handhaven als er sprake is van overduidelijke fraude.

 

Overgangsregeling voor mensen die nu met een VAR werken

Werkt u met een VAR voor 2014 en/of 2015? Dan kunt deze ook in 2016 gebruiken als de werkzaamheden onder dezelfde omstandigheden en voorwaarden plaatsvinden. In dat geval hoeft er geen nieuwe VAR voor 2016 te worden aangevraagd. Werken onder andere omstandigheden of voorwaarden gaat over bijvoorbeeld andere werkzaamheden, het ontstaan van een gezagsverhouding tussen opdrachtgever en opdrachtnemer, etcetera.

Werkt u voor 1 mei 2016 al onder andere omstandigheden of voorwaarden? Dan kunt u kiezen voor:

  • het aanvragen van een nieuwe VAR die geldig is tot 1 mei 2016, of
  • het gebruiken van een modelovereenkomst. Dit is nu al mogelijk.

Let op: de positie van commissarissen

De staatssecretaris van Financiën gaf bij de behandeling van deze wijziging in de Tweede Kamer aan, dat commissarissen voortaan altijd onder de loonheffing vallen. Tijdens de behandeling bij de Eerste Kamer op 26 januari 2016 is de staatssecretaris echter teruggekomen op dit standpunt. Hij heeft toegezegd om de fictieve dienstbetrekking voor commissarissen af te zullen schaffen: eerst via een beleidsbesluit en later via een aanpassing in de Wet op de loonbelasting. Voor commissarissen bestaat dan vanaf 1 mei 2016 geen fictieve dienstbetrekking meer. Er hoeft dan voor geen enkele commissaris meer loonheffing te worden ingehouden, ook niet in de situaties waarin nu géén sprake is van een VAR.

De exacte uitwerking van deze toezegging moet nog plaatsvinden. Wij nemen aan dat dit vóór 1 mei gebeurt.

 

Vragen over de nieuwe wet? Neemt u dan contact op met één van onze fiscale adviseurs. Telefoonnummer: (033) 434 72 00.

 

Soms is uw inkoop-btw aftrekbaar: de kwestie Sveda

Bent u van plan een gesubsidieerd product of dienst aan te bieden die gratis opengesteld is voor publiek, maar die rechtstreeks en onmiddellijk verband houdt met btw-belaste prestaties? Hiermee ontstaat recht op aftrek van inkoop-btw! Lees hieronder het voorbeeld van het Litouwse bedrijf Sveda.

Sveda liet een looppad aanleggen dat voor 90% gesubsidieerd werd door de overheid. Zelf betaalde het bedrijf 10%. De ondernemer had ook de BTW op de kosten voor de aanleg van het pad in aftrek gebracht. Deze aftrek van voorbelasting werd door de Belastingdienst niet toegestaan. Volgens de fiscus dienden de aangekochte goederen en diensten voor dit looppad niet voor BTW-belaste activiteiten.

 

Oordeel Hof van Justitie (HvJ)

Het HvJ kwam eraan te pas en oordeelde dat Sveda als BTW-ondernemer heeft gehandeld. De aanleg van het looppad was een manier om het uiteindelijke economische doel te kunnen realiseren, namelijk tegen betaling diensten en goederen aanbieden aan het publiek. Het rechtstreekse en onmiddellijke verband tussen de vervaardiging van de investeringsgoederen en -diensten met betrekking tot de aanleg van het pad en de belaste economische activiteiten was aanwezig volgens het HvJ. Op grond van de BTW-richtlijn ontstaat op deze manier recht op aftrek van de inkoop-BTW.

 

Gevolgen voor de praktijk

Voor het recht op aftrek van inkoop-BTW maakt het in beginsel niet uit of de activiteit gesubsidieerd is door de overheid. Ook het feit dat er geen BTW-belaste prestaties verricht worden ten aanzien van de activiteit zelf (“gratis toegang”) doet geen afbreuk aan dit recht. Wel is van belang dat er een rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaat met BTW-belaste prestaties. Dit moet een objectief doel zijn. Het is aan de nationale rechter om dit verband op basis van objectieve gegevens te controleren.

 

Het levenstestament: de voordelen op een rij

Wist u dat een levenstestament een goed document is om voor te sorteren wanneer u handelingsonbekwaam wordt, bijvoorbeeld door dementie? Het loont om tijdig in actie te komen. Zo voorkomt u dat u bijvoorbeeld geen schenkingen meer mag doen.

 

Als u handelingsonbekwaam wordt en u heeft geen levenstestament, dan wordt er een bewindvoerder (of curator) benoemd. Deze moet voor veel beslissingen toestemming vragen aan de kantonrechter. Dit betekent in de praktijk vaak dat u geen toestemming krijgt om schenkingen te doen aan kinderen of geld in te brengen in een spaargeldvennootschap.

Waarom een levenstestament?

Met een levenstestament voorkomt u dat een bewindvoerder toestemming moet vragen aan de kantonrechter. Een levenstestament maakt het mogelijk iemand een volmacht te geven om namens u op te treden. U legt in dit document de spelregels vast voor de gevolmachtigde. In een groot aantal situaties kan dat voordelen opleveren:

  • Bent u buiten gemeenschap van goederen getrouwd en bent u DGA? Dan kan het voordelig zijn om de huwelijkse voorwaarden op te heffen. U bespaart in dat geval over de helft van de waarde van de aandelen de aanmerkelijkbelangheffing van 25%.
  • Verblijft u in een zorginstelling? Dan kan het verstandig zijn om vermogen onder te brengen vanuit box 3 naar een spaargeld-BV (Box 2). Hierdoor gaat uw eigen bijdrage omlaag en bespaart u wellicht inkomstenbelasting.
  • Heeft u een onderneming en bent u handelingsonbekwaam? Dan kan het voordelen opleveren om de onderneming onder gebruikmaking van de bedrijfsopvolging over te dragen aan de kinderen of andere bedrijfsopvolgers.

 

Kortom: het is een goede zaak om in voorkomende gevallen op zeker te spelen en een levenstestament te laten opmaken. Een samenspel tussen de notaris en uw belastingadviseur leidt daarbij tot een optimaal resultaat.

 

Ambitie Randmeren magazine – It’s all about focus!

 

Waarom lijkt het dat sommigen alles lukt waar anderen achterblijven? Waarom kan de een van niets iets maken en komt een ander met dezelfde uitgangspunten niet verder?

De oorsprong hiervan ligt vaak bij de instelling van de verschillende personen. De juiste instelling maakt dat ogenschijnlijk gelijke uitgangspunten toch niet gelijk blijken te zijn. Weten waar je naar toe wilt en op gezette tijden durven bijsturen maakt dat je je doelen ook daadwerkelijk gaat realiseren.

 

Het klinkt ogenschijnlijk simpel en dat is het ook. Het stellen van doelen en het houden van de focus om deze doelstellingen te realiseren maakt het verschil waarmee jij succesvol zult zijn en anderen achterblijven.

Leef jij van dag tot dag of heb jij voor jezelf bepaalt waar jij over vijf jaar wilt staan? Heb jij je doelstelling gedefinieerd, vastgelegd en uitgewerkt? Dit kan een omzet- of winstdoelstelling zijn maar ook een persoonlijke doelstelling. Wellicht wil jij over vijf jaar nog maar drie dagen per week werken of misschien wel een kangoeroe-farm in Australië runnen. De vraag is nu wat ga jij doen om die doelstelling te realiseren? Welke (tussen)stappen moeten er worden gezet om te komen tot de realisatie van jouw doelstelling.

Het kan een idee zijn  om de tussenstappen uit te werken naar een jaarplan. Wat gaan we dit jaar doen om de deeldoelstelling te behalen? Wat is hier voor nodig en vooral ook, wat moet ik hier voor laten? Van belang is ook dat je de focus houdt op de gestelde doelen. Zonder deze focus ga je het namelijk niet redden en is al het andere dus zonde van de tijd geweest.

Focus dus, maar hoe kun je de focus houden? Wat kan werken is het omzetten van de doelen in afbeeldingen. Bijvoorbeeld een mooie foto van jouw kangoeroe-farm in Australië. Zorg dat deze foto op een plek staat waar je hem vaak tegenkomt. Op deze manier wordt je er telkens weer van bewust wat jij jezelf ten doel hebt gesteld. Dit helpt ook om je te realiseren dat alles wat je aan het doen bent en wat niet in het belang van dit doel is, achterwege kan worden gelaten.

Durf tussentijds ook te evalueren of de gestelde doelen nog in lijn zijn met je eigen ontwikkeling en de ontwikkeling van de wereld om ons heen. Wellicht zijn de doelen onvoldoende ambitieus geweest of vragen de omstandigheden om een wijziging. Stel jezelf hierbij wel de vraag of de aanpassing van de doelstelling wel echt datgene is wat jij wilt.

En als de doelen zijn verwezenlijkt? Dan stellen we nieuwe doelen. Doelen die, naarmate je meer materiele doelstellingen hebt verwezenlijkt, vaak meer gericht zullen zijn op persoonlijke en maatschappelijke ontwikkeling. Maar ook hierbij geldt, houd de focus op datgene wat jij echt wilt bereiken.

It’s all about focus!

drs. Gerard de Gooijer RA

Partner bij HL Audit

Zie ook Ambitie Randmeren magazine

 

Aangifte inkomstenbelasting

Gegevens vooraf ingevulde aangifte

U heeft ons veelal gemachtigd voor het doen van aangifte inkomstenbelasting. In dat geval kunnen wij sinds kort gebruikmaken van de gegevens van de vooraf ingevulde aangifte. Dit zijn gegevens zoals uw loon, de WOZ-waarde van uw huis, hypotheekgegevens en banksaldi. Wij krijgen die gegevens van de Belastingdienst. De belastingdienst krijgt deze gegevens van uw werkgever, uw gemeente en uw bank. De gegevens krijgen wij echter slechts van de Belastingdienst als u daar toestemming voor geeft.

Hoe kunt u toestemming geven of weigeren?

De Belastingdienstdienst stuurt de gegevens van de vooraf ingevulde aangifte alleen naar ons als uw machtiging daarvoor geregistreerd en actief is. Dit gaat als volgt:

  • Wij zenden met onze software een aanvraag in voor de registratie van uw machtiging.
  • De Belastingdienst stuurt u een registratiebrief met een formulier over onze aanvraag. Hierin vraagt de Belastingdienst u toestemming voor het registreren van uw machtiging, zodat wij de gegevens van de vooraf ingevulde aangifte kunnen krijgen.

 

Bent u akkoord? Stuurt u dan het formulier op naar ons. Met de activeringscode op het formulier kunnen wij de machtigingsregistratie actief maken. Wij kunnen dan de gegevens van de vooraf ingevulde aangifte gebruiken. Bent u niet akkoord? Dan hoeft u niets te doen.

Eerste aanvragen

Binnenkort zullen wij de eerste aanvragen naar de Belastingdienst gaan verzenden. Wij zullen starten met de aanvragen voor de nu nog in te dienen aangiften inkomstenbelasting 2014. Voor 2015 gaan wij voor alle aangiften inkomstenbelasting een aanvraag doen. Wij verwachten namelijk met deze nieuwe mogelijkheid de kwaliteit van onze aangiften nog verder te kunnen verhogen. Uiteraard blijft het van groot belang dat wij de beschikking krijgen over de originele stukken. De informatie die de Belastingdienst verstrekt moet immers goed gecontroleerd worden juistheid en volledigheid. Wij zullen u daarom dan ook blijven vragen ons de originele stukken toe te zenden.