Nieuws

JAARRUIMTE VANAF 2023 VERGROOT

JAARRUIMTE VANAF 2023 VERGROOT

De Wet Toekomst Pensioenen is op 30 mei 2023 aangenomen door de Eerste Kamer en gaat in op 1 juli 2023. De wet is goed nieuws voor ZZP-ers, ondernemers maar ook voor werknemers die zelf een pensioen via een lijfrente bij elkaar willen sparen.

Deze Wet heeft gevolgen voor hoe we pensioen opbouwen via een pensioenregeling (via een werkgever), maar in deze wet is ook opgenomen dat de fiscale jaarruimte (bestaande uit de jaarruimte en reserveringsruimte) voor het opbouwen van (aanvullend) pensioen middels een lijfrente wordt vergroot. Binnen de fiscale jaarruimte zijn betaalde premies lijfrente aftrekbaar van de inkomstenbelasting en kan dus pensioen worden opgebouwd met fiscale voordelen.

Dit worden de nieuwe regels voor het bepalen van de jaar- en reserveringsruimte:

  • Het opbouwpercentage gaat van 13,3% naar 30%;
  • Voor de reserveringsruimte (inhaalruimte) mag je tot 10 jaar terug rekenen (was tot 7 jaar);
  • De maximale reserveringsruimte gaat naar € 38.000 (dit was 17% van de premiegrondslag met een maximum van € 8.065. Bij een kortere periode dan 10 jaar voor AOW-leeftijd was dit maximum € 16.130);
  • Je mag tot 5 jaar na AOW blijven inleggen (dit was tot AOW-leeftijd).

Ondanks dat de Wet Toekomst Pensioenen later ingaat dat de beoogde ingangsdatum van 1 januari 2023, heeft Minister Schouten toegezegd dat de verhoogde fiscale jaarruimte met terugwerkende kracht per 1 januari 2023 gaat gelden.

Wilt u meer informatie over het opbouwen van extra pensioen middels een lijfrente, neem dan vrijblijvend contact op met onze fiscalisten.

LENEN VAN DE EIGEN BV EN DE WET EXCESSIEF LENEN

LENEN VAN DE EIGEN BV EN DE WET EXCESSIEF LENEN

Als directeur-grootaandeelhouder (DGA) van een besloten vennootschap (BV) heeft u verschillende petten op: u ontvangt een salaris van de BV voor uw werkzaamheden als werknemer en directeur, hierop houdt de BV loonbelasting in. Daarnaast kunt u als aandeelhouder besluiten dividend uit te keren aan uzelf in privé. Op de dividenduitkering wordt dividendbelasting ingehouden en deze wordt verwerkt in box 2 van uw aangifte Inkomstenbelasting.

Het is daarnaast ook mogelijk dat u gelden leent aan de BV of van de BV. In dat geval dient u zich wel bewust te zijn van de fiscale spelregels.

Om een opname van gelden uit de BV als lening aan te merken dient er zakelijk gehandeld te worden. Dat wil zeggen dat de leningsvoorwaarden vergelijkbaar dienen te zijn met een onafhankelijke derde, bijvoorbeeld een bank. De voorwaarden dienen dus op elkaar afgestemd te zijn, waarbij het belangrijk is dat er een intentie bestaat om terug te betalen aan de BV. Bij de voorwaarden dient u te denken aan het vestigen van zekerheden, onderpand en looptijd.

Op basis hiervan dient een passende rentevergoeding overeengekomen te worden en de rente en aflossing dienen ook voldaan te worden. Als de inspecteur van mening is dat de leningsvoorwaarden niet zakelijk zijn dan zal dit leiden tot een uitdeling (dividenduitkering) met de fiscale gevolgen van dien.

Naast deze algemene randvoorwaarden geldt dat in 2023 de Wet Excessief Lenen is ingevoerd. Op grond van deze wet worden leningen door de DGA en zijn of haar partner van zijn of haar eigen BV boven een bedrag van EUR 700.000 aangemerkt als uitdeling per 31 december 2023. Deze grens is ook relevant bij leningen door de DGA aan familieleden. Voor bestaande leningen voor de eigen woning geldt een uitzondering.

Advies
Neem contact op met uw relatiebeheerder of belastingadviseur bij HLG om te bespreken of uw leningen van de eigen BV nog voldoen aan de fiscale spelregels en of de nieuwe Wet Excessief Lenen nog actie vraagt in 2023 om ongewenste gevolgen te voorkomen. Onze adviseurs zijn u graag van dienst om u optimaal door de complexe regelingen heen te laveren.

VOORJAARSNOTA

Voorjaarsnota 2023

In de Voorjaarsnota 2023 heeft het kabinet de stand van zaken opgemaakt van de financiële situatie van Nederland. De Voorjaarsnota is een belangrijk document omdat het de basis vormt voor de begroting van het komende jaar. Het kabinet heeft in de Voorjaarsnota 2023 aangekondigd dat er enkele belangrijke ontwikkelingen zullen plaatsvinden op fiscaal gebied. Zo zal er gekeken worden naar de box 3-regeling en zal de BOR-regeling aangepast worden.

Box 3-regeling

De box 3-regeling is een belastingregeling waarbij de inkomsten uit vermogen belast worden. Hierbij wordt er een fictief rendement berekend, waarover een bepaald percentage aan belasting verschuldigd is. De afgelopen jaren is er veel kritiek geweest op de box 3-regeling omdat deze onrechtvaardig zou zijn. Mensen met spaargeld betalen namelijk belasting over een fictief rendement dat ze niet behalen, terwijl mensen met een hoger risico-beleggingsprofiel soms wel meer rendement behalen maar daar minder belasting over betalen. Het kabinet heeft aangekondigd dat er gekeken zal worden naar aanpassingen van de box 3-regeling om deze meer rechtvaardig te maken, waarbij de insteek zal zijn om meer aansluiting te zoeken bij het werkelijke rendement op het vermogen. Overigens zal het nog wel tot zeker 1 januari 2027 duren voordat deze voornemens ingevoerd worden. De verwachting is dat met Prinsjesdag 2023 een wetsvoorstel hiertoe gepresenteerd zal worden.

Aanpassing BOR-regeling
De BOR-regeling (Bedrijfsopvolgingsregeling) is een belangrijke belastingregeling die van toepassing is bij bedrijfsoverdracht, bijvoorbeeld bij overdracht van een familiebedrijf. De regeling maakt het mogelijk om een deel van de waarde van het bedrijf vrij te stellen van belastingheffing. De afgelopen jaren is er veel discussie geweest over de BOR-regeling omdat deze regeling vooral ten goede zou komen aan vermogende families en minder aan ondernemers die niet uit een vermogende familie komen. Het kabinet heeft ook hierover gezegd naar mogelijke aanpassing te gaan kijken om deze meer toegankelijk te maken voor alle ondernemers. Concreet worden in ieder geval de volgende wijzigingen voorzien, die naar verwachting per 1 januari 2025 zullen ingaan:

  • Verlaging van het vrijstellingspercentage van 83% naar 70% met gelijktijdige verhoging van de vrijstelling van 1 miljoen euro naar 1,5 miljoen euro ondernemingsvermogen;
  • De afschaffing van de 5% vrijstelling voor ondernemingsvermogen;
  • Het afschaffen van de dienstbetrekkingseis;
  • Versoepelingen in de bezits- en voortzettingseis.

De concrete invulling van deze plannen zal naar verwachting met Prinsjesdag 2023 bekend gemaakt worden.

Netwerken in Bangkok

Tijdens de IRGlobal conferentie in Bangkok sprak Gerard de Gooijer over de internationale activiteiten van HLG en waarom het zo belangrijk is om onderdeel te zijn van het IR Global netwerk.

 

Heeft uw bedrijf internationale ambities en wilt u daar graag meer over weten? U bent van harte welkom op ons kantoor in Leusden of Amsterdam.

Internationale dienstverlening

Van de klanten die wij bedienen in Nederland krijgen wij regelmatig de vraag of wij hen kunnen adviseren bij internationaal zakendoen, vestigen in het buitenland of andere fiscale vragen. We bedienen ook een groot aantal klanten in het buitenland.

Internationale netwerken
Om aan deze vraag te voldoen is HLG aangesloten bij verschillende internationale netwerken waaronder Allinial Global, één van de grootste internationale accountancy associaties wereldwijd. Een aldoor groeiend netwerk met financiële experts in meer dan 105 landen. Ook zijn wij aangesloten bij IR Global, een wereldwijd netwerk met financiële en juridische dienstverleners. Vanuit deze netwerken nemen wij regelmatig deel aan internationale conferenties en events waarop wij onze dienstverlening presenteren en kennis uitwisselen met andere financiële experts. Een grote meerwaarde voor ons internationale klantenbestand en onze Nederlandse klanten met ambities over de grens.

Joint venture
HLG vormt een joint venture met KNAV. Hiermee creëren wij een wereldwijde accountancy organisatie met vestigingen in 6 landen. Vanuit ons kantoor in Leusden en Amsterdam werken expats vanuit KNAV India en zijn onze specialisten met enige regelmaat te vinden op kantoor in India, de VS, Canada, het VK en Singapore.

Heeft uw bedrijf internationale ambities en wilt u daar graag meer over weten? U bent van harte welkom om daar een keer over te komen praten op ons kantoor in Leusden of Amsterdam.

Horizontaal Toezicht

Horizontaal toezicht is een vorm van samenwerking tussen de Belastingdienst en de accountant en adviseur van de belastingplichtigen, waarbij het wederzijdse vertrouwen centraal staat. Het toezicht verschuift hierbij van controle achteraf naar afstemming vooraf. Ook HLG heeft een convenant met de Belastingdienst afgesloten. Wij hebben een kwaliteitssysteem dat door de Belastingdienst wordt erkend en vertrouwd.

De voordelen van horizontaal toezicht zijn onder andere dat aanslagen sneller worden vastgesteld, aangiften niet meer regulier worden gecontroleerd en belastingplichtigen niet meer lastig worden gevallen met vragenbrieven. Wel blijft er een vorm van controle bestaan via steekproeven. Verder kunnen HT-deelnemers bij vertraging van teruggave omzetbelasting contact opnemen met het aanspreekpunt bij de Belastingdienst om versnelde behandeling te regelen. Een ander groot voordeel is dat wij voor Horizontaal Toezicht klanten een rechtstreeks aanspreekpunt bij de Belastingdienst hebben om snel vooraf afstemming te zoeken over zaken waar onzekerheid omtrent de fiscale gevolgen bestaan.

Fiscale standpunten worden vooraf afgestemd via vooroverleg, zodat de Belastingdienst meer zekerheid heeft dat er een juiste aangifte wordt ingediend en de hoogte van de aanslag sneller kan worden bepaald. Bij verschil van mening kunnen belastingplichtigen toch hun eigen standpunt volgen (agree to disagree), waarbij het voor de Belastingdienst duidelijk is dat de aanslag niet automatisch wordt opgelegd maar een inhoudelijke beoordeling vraagt. Indien de inspecteur afwijkt van de aangifte, dan kan er via de gangbare manier bezwaar gemaakt worden tegen de aanslag.  Belangrijk is dat onder horizontaal toezicht het belang van de onderneming voorop blijft staan en belastingplichtigen de fiscaal meest gunstige weg mogen bewandelen.

Wij willen als HLG ook u graag als HT-klant aanmelden. Als u geïnteresseerd bent om HT-klant te worden, neemt u contact met ons op via info@hlg.nl of telefoonnummer 033 434 72 00.

Gebruikelijk loon

Het gebruikelijke salaris voor een DGA (directeur-grootaandeelhouder) is per 2023 vastgesteld op minimaal
€ 51.000. De DGA is bestuurder van de eigen BV en werknemer van de eigen BV. Om te voorkomen dat een DGA zichzelf een te laag salaris uitbetaalt, is in de wet een regeling gebruikelijk salaris opgenomen. Dit vereist dat de DGA in de loonaangifte een salaris opgeeft dat gebruikelijk is voor hun functie en werkzaamheden.

Voor de berekening van het DGA-salaris over 2023 staat in de wet dat iemand die werkzaamheden verricht voor een onderneming waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft (meer dan 5% van de aandelen), wordt geacht in 2023 minimaal € 51.000 aan salaris te verdienen Het salaris mag daarnaast ook niet lager zijn dan dat van de meest verdienende medewerker binnen de onderneming aan loon geniet.

Tot en met 2022 mocht het salaris maximaal 25% afwijken van wat gebruikelijk is in niet-DGA-relaties (efficiëntiemarge). Vanaf 2023 is deze doelmatigheidsmarge vervallen. Het gevolg is dat veel salarissen van DGA’s aangepast dienen te worden om te voldoen aan de huidige wettelijke vereisten.

Het is dus van belang om tijdig te beoordelen of het huidige salaris dat u als DGA van uw eigen BV geniet nog wel op het juiste niveau is vastgesteld. Neem daartoe contact op met uw belastingadviseur van HLG om hier samen een goede keuze in te maken en tijdig een aanpassing in de maandelijkse loonadministratie door te voeren.

Update bedrijfsopvolgingsregeling

Met toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) is het mogelijk om een onderneming (onder voorwaarden) fiscaal vriendelijk te schenken of te laten vererven. Wat betekent dit in de praktijk? Wanneer de waarde van het ondernemingsvermogen niet meer bedraagt dan € 1.205.871 (bedrag 2023) is bij schenken/erven geen successierecht verschuldigd. Als het ondernemingsvermogen meer waard is, geldt voor het meerdere een vermindering van 83%. De vrijstelling van erf- en schenkbelasting geldt niet voor beleggingsvermogen.

Daarnaast is in de inkomstenbelasting een doorschuifregeling, DSR, opgenomen. Wanneer een onderneming wordt overgedragen (geschonken/vererfd), ontstaat er een winst van kort gezegd de werkelijke waarde minus de boekwaarde van de onderneming. Deze winst kan worden doorgeschoven naar de opvolgers, waardoor dit niet direct leidt tot afdracht van inkomstenbelasting over deze winst.

Al enige tijd wordt er door het Kabinet gesproken over aanpassing van deze twee regelingen. Vooralsnog wordt er nagedacht over de volgende wijzigingen:

  • Voor zowel de BOR als de DSR worden alle aan derden verhuurde onroerende zaken gezien als beleggingsvermogen. Dit betekent dat de faciliteiten per definitie niet meer van toepassing zullen zijn op onroerende zaken die worden verhuurd aan derden;
  • Het al dan niet laten vervallen van de dienstbetrekkingseis in de DSR (de dienstbetrekkingseis houdt in dat degene die de aandelen verkrijgt minstens drie jaar in dienst moet zijn geweest bij de onderneming);
  • Het aanpassen van de bezits- en voortzettingseis in de BOR zodat deze beter aansluit op de aard van de onderneming;
  • Tot slot wil het Kabinet een nieuw beleid doorvoeren om constructies met zogenoemde baby-bv’s aan te pakken. Lees hier met wat er bedoeld wordt met baby-bv’s.

De wijzigingen gaan waarschijnlijk in op Prinsjesdag 2023 of per 1 januari 2024. Zodra hierover meer bekend is, laten wij dat uiteraard weten.

Papieren schenkingen

Hoewel de jubelton per 1 januari 2023 is verlaagd (zie ons eerder gepubliceerde item) zijn er nog wel andere manieren om vermogen fiscaal vriendelijk naar de volgende generatie over te doen, zoals papieren schenkingen. U kunt tijdens uw leven bedragen schenken aan uw nabestaanden en deze vervolgens schuldig blijven. Uw nabestaanden hebben dan een vordering op u, die vrijvalt bij uw overlijden. De erfenis vermindert dus met de schuldig erkende bedragen, waardoor ook de erfbelasting minder wordt.

Deze zogenaamde papieren schenkingen kunt u niet zomaar doen. U moet hiervoor wel aan een aantal eisen voldoen. Namelijk,

  • U bent jaarlijks 6% rente verschuldigd over de schuldig gebleven schenking (deze rente moet daadwerkelijk worden uitbetaald)
  • De schenking moet notarieel worden vastgelegd (dit hoeft echter niet ieder jaar, maar slechts één keer worden gedaan blijkt uit een recente uitspraak van het Hof)

Wanneer u bijvoorbeeld 20 jaar lang een papieren schenking doet ter hoogte van de jaarlijkse belastingvrije schenking aan kinderen (dat is in 2023 € 6.035), kan dit tot maximaal € 47.000 aan erfbelasting besparen. Lees hier meer.

Tijdig aanvragen voorlopige aanslagen

Onlangs stond in onze nieuwsbrief dat de belastingrente voor de vennootschapsbelasting verhoogd zou worden van 8% naar 10,5%. Het Ministerie van Financiën heeft een dag later bepaald dat de verhoging toch niet nu wordt doorgevoerd. 

Ondanks dat blijft het van groot belang om de voorlopige aanslag goed te beoordelen.

Gedurende de coronacrisis was de belastingrente op vennootschapsbelastingschulden tijdelijk verlaagd. Nu we weer in wat rustiger vaarwater zijn beland zal de rente binnenkort weer gekoppeld worden aan de wettelijke rente. Voor de vennootschapsbelasting betekent dat op dit moment nog geen verhoging. Deze blijft voorlopig nog op 8%. Voor de inkomstenbelasting blijft de rente 4%.

Als u verwacht dat u inkomsten- of vennootschapsbelasting moet bijbetalen over het belastingjaar 2022, is het verstandig om een voorlopige aanslag aan te vragen vóór 1 mei a.s. ter voorkoming van belastingrente. De belastingrente komt bovenop het bedrag wat u moet bijbetalen aan inkomsten- of vennootschapsbelasting.

De belastingrente voor de inkomsten- en vennootschapsbelasting wordt gerekend over de periode 1 juli 2023 tot en met:

  • 6 weken na de datum van de aanslag of
  • 19 weken nadat de aangifte is ingediend (wanneer de aanslag niet binnen 3 maanden nadat de aangifte is ingediend wordt opgelegd)

Geen belastingrente
Er wordt geen belastingrente in rekening gebracht als de aangifte voor de inkomstenbelasting wordt ingediend vóór 1 mei en de aangifte voor de vennootschapsbelasting vóór 1 juni. Ook wordt er geen belastingrente in rekening gebracht voor beide wanneer er een voorlopige aanslag wordt aangevraagd vóór 1 mei. Er is dan wel belastingrente verschuldigd over het eventueel resterende bedrag dat naar aanleiding van de definitieve aanslag nog moet worden betaald.

Gebroken boekjaar
Wanneer er sprake is van een gebroken boekjaar voor de vennootschapsbelasting, dan wordt er belastingrente in rekening gebracht vanaf de eerste dag van de zevende maand die volgt op de afloop van het boekjaar. Als een aanslag binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt opgelegd, bent u geen belastingrente verschuldigd.

Wij helpen u graag
Als wij voor u een voorlopige aanslag voor de inkomsten- of vennootschapsbelasting kunnen aanvragen, horen wij het graag. Neem contact op met uw relatiebeheerder of belastingadviseur.