Nieuws

VOORKOM LOONHEFFING STICHTINGSBESTUURDERS

Een stichting voor eerstelijnszorg ontvangt regelmatig facturen van bestuursleden. Deze bestuursleden hebben geen contract en zijn niet in dienst van de stichting: de bestuursleden factureren vanuit hun bv of eenmanspraktijk. Op een dag krijgt de stichting een vervelende brief van de belastinginspecteur: een naheffing premies werknemersverzekeringen plus een boete. Hoe kan dat? En hoe kan een stichting dit voorkomen?  

 

Over de naheffing van premies over 2016 en 2017 is de inspecteur van plan een boete op te leggen van 10%. De stichting is hier verontwaardigd over: er is namelijk helemaal geen sprake van een arbeidsrelatie met de bestuurders. Bestuursleden worden benoemd, geschorst en ontslagen door de vergadering van aangesloten zorgpartners. De bestuursleden declareren hun bestede tijd tegen een uurtarief plus de gemaakte onkosten.  

 

ARGUMENTEN VOOR DE NAHEFFING

Waarom dan deze naheffing? De inspecteur baseert zijn standpunt op de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 9 april 2015. De bestuurders functioneren weliswaar als zelfstandigen, formeel zijn ze in dienstbetrekking. De criteria voor een civiele dienstbetrekking zijn: (1) persoonlijk arbeid verrichten, (2) gezagsverhouding en (3) vergoeding/loon. De fiscus heeft dus gelijk: de bestuurders staan onder gezag van de vergadering van aangesloten zorgpartners. De vraag is echter of de boete terecht is. Er was namelijk geen opzet in het spel. Het zou moeten lukken om de inspecteur en/of de belastingrechter te overtuigen van de goede trouw in deze zaak en daarmee de boete van tafel te krijgen. 

 

WAT TE DOEN?

Om in de toekomst dit soort kwesties te voorkomen, is het verstandig om te werken met een Overeenkomst van Opdracht (OvO). Veel stichtingen werken hiermee. De fiscus benadert deze gevallen strikt formeel: 

  1. is er een OvO, en zo ja 
  2. biedt die overeenkomst de mogelijkheid om een bestuurder instructies te geven of zelfs naar huis te sturen? 

  

Is het antwoord op de eerste vraag ‘nee’ en op de tweede vraag ‘ja’? Dan kan het misgaan, ook al worden er in de praktijk nooit instructies gegeven. 

 

Wilt u hier meer over weten, bel of mail dan met uw relatiebeheerder.

 

EFFICIËNTERE DATAVERWERKING DANKZIJ IDEA

Efficiënter data verwerken: dat is het doel van het softwareprogramma IDEA. Binnen de afdeling Audit maken wij gebruik van IDEA. De afdeling heeft in september een inspirerende cursus gehad waarbij het gehele auditteam kennis heeft gemaakt met de mogelijkheden van IDEA. Wat gaat u als klant hiervan merken?  

 

Klantgegevens worden steeds meer geautomatiseerd. Onze afdeling Audit heeft veel met deze data te maken. Programma’s als Excel zorgen voor een goed en makkelijk doorzoekbaar overzicht – maar we zijn altijd op zoek naar verbetering. De tool IDEA helpt ons bij het nóg efficiënter verwerken van data en dit inzichtelijk te rapporteren naar klanten. Dat is de reden waarom de Auditafdeling de IDEA-training heeft gevolgd. 

 

VOORDELEN IDEA

IDEA heeft veel voordelen. Zo kan het programma vele data-analyses verrichten. IDEA kan ieder denkbaar klantbestand omzetten naar een werkbaar bestand. Als de klant ons bijvoorbeeld een PDF aanlevert, zetten wij dit via IDEA om in een werkbaar bestand. Vervolgens kunnen we filteren, zoeken, rekenen en vergelijken. Op deze manier kunnen we bestanden makkelijk doorzoeken op naam en zijn wij in staat om diverse verbanden te onderzoeken. Daarnaast helpt IDEA ons om gegevens inzichtelijk te maken, bijvoorbeeld met diagrammen. Het visualiseren van ontwikkelingen geven vaak meer inzicht dan cijferreeksen.  

 

INTERIMCONTROLES

Sanne van der Meij, audit-assistent: ‘Met ons hele team hebben we de training gevolgd. Het was een leerzame cursus, we kennen nu alle mogelijkheden van IDEA. Het is een nieuwe start in de richting van een nog betere geautomatiseerde data-analyse. De eerste interim-controles komen eraan. Voor boekjaar 2018 gaan we bekijken waar we IDEA al kunnen toepassen. Klanten die hiermee te maken krijgen, zullen we natuurlijk informeren.’ 

 

Wilt u meer hierover weten? Neemt u gerust contact op met een van onze auditters!

NIEUWE REGELS MEER- EN OVERWERK

Sinds 1 januari 2018 zijn er andere regels voor het meer- en overwerk van werknemers. En begin volgend jaar komen er nieuwe wijzigingen aan. We zetten ze graag voor u op een rij. 

 

AANPASSINGEN 2018

Dit zijn de veranderingen sinds begin dit jaar:  

  • Werkt een werknemer in een uitbetaalperiode meer uren dan de overeengekomen arbeidsduur? Dan moet het totaal van deze uren uitbetaald worden, in elk geval tegen het naar evenredigheid vermeerderde wettelijk minimumloon. Het gaat hierbij dus om contracturen plus meeruren. 
  • Het onderscheid in overwerk en meerwerk is sinds 1 januari van dit jaar niet meer van belang. Zowel meeruren als overuren vallen onder de noemer ‘meerwerk’. En daarvoor gelden de nieuwe regels. 

 

AFSPRAKEN OVER COMPENSATIE

Meerwerk valt onder de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag. Dat betekent dat werknemers sinds begin dit jaar gemiddeld minstens het wettelijk minimumloon ontvangen plus vakantietoeslag. Dit geldt over alle uren die zij werken, dus de reguliere uren en de extra uren. Heeft u een cao? Kijk dan wel wat de cao aangeeft over eventuele toeslagen bij meer- en overuren. De cao is hierin bepalend.  

Tot nu toe hebben werknemers de keus: zij kunnen de meer- en overuren in geld uit laten betalen of de uren laten compenseren in tijd. Tot nu toe is het nog voldoende om deze tijd-voor-tijd regeling schriftelijk met de werknemer te maken. De compensatie in betaalde vrije tijd is alleen toegestaan als er afspraken zijn gemaakt vóórdat de werknemer meer- of overuren maakt.  

 

WAT VERANDERT ER PER 1 JANUARI 2019?

Per 1 januari 2019 moet de afspraak over de tijd-voor-tijd regeling in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) zijn opgenomen. Het is dan niet meer zomaar toegestaan om de tijd-voor-tijd regeling schriftelijk met de werknemer te maken. Voor uitzendkrachten is dat de cao van de inlener. Mogen de meer- en overuren volgens de cao in vrije tijd worden gecompenseerd? Dan moet deze vrije tijd uiterlijk vóór 1 juli van het jaar daaropvolgend zijn opgenomen. De uren die niet tijdig zijn opgenomen moeten alsnog uitbetaald worden. Is in de cao niets opgenomen over de compensatie van meer- en overuren in tijd? Dan moet u de extra uren altijd aan uw werknemers uitbetalen als het niet of gedeeltelijk uitbetalen van die meeruren tot gevolg heeft dat het loon over contracturen plus meeruren onder het naar evenredigheid vermeerderde wettelijk minimumloon zou uitkomen.  

 

EN ALS ER GEEN CAO IS …?

Is er bij uw organisatie geen cao van toepassing? Dan is het vanaf 1 januari 2019, bij werknemers met een minimumloon, niet mogelijk om overwerk met vrije tijd te compenseren. Bij medewerkers met een loon hoger dan het minimumloon mag u deze tijd-voor-tijd regeling handhaven of invoeren – onder de voorwaarde dat minimaal het naar evenredigheid vermeerderde wettelijk minimumloon wordt uitbetaald. Wij adviseren u deze wijzigingen in uw bedrijfsreglement vast te leggen.  

 

MEER INFORMATIE

Wilt u meer informatie over dit onderwerp? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder. 

U GAAT SCHEIDEN….. hoe regelt u dat financieel?

Als u en uw partner uit elkaar gaan, moet er veel geregeld worden. Nog los van alle emoties die met een scheiding gepaard gaan, krijgt u ook te maken met de verdeling van het vermogenVeel kunt u prima zelf regelen. Bijvoorbeeld de verdeling van de inboedel. De verdeling van andere vermogensbestanddelen kent echter een wirwar aan regels. Schakel hierbij een gekwalificeerd adviseur in: dat is geen luxe, maar een noodzaak!  

De fiscale regels rondom een echtscheiding zijn complex. Denk hierbij aan pensioen, de eigen woning en een nieuw af te sluiten hypotheek. Maar ook aan regelingen als het kindgebonden budget en de inkomensafhankelijke combinatiekorting.  HLG accountants en adviseurs wordt regelmatig ingeschakeld bij echtscheidingen. Wij adviseren u graag, onder meer in deze situaties: 

 

PENSIOEN

U heeft pensioen opgebouwd tijdens het huwelijk. En uw ex-partner misschien ook. Als u hier geen afspraken over maakt, is de Wet Verevening Pensioenen bij Scheiding van toepassing. Bij echtscheidingsconvenant zijn hier afspraken over te maken. Wij brengen de fiscale consequenties hiervan in kaart en dragen alternatieven aan. 

 

EIGEN WONING

Hebben u en uw ex-partner gezamenlijk een eigen woning? Dan luistert het nauw wie de hypotheekrente blijft betalen in de scheidingsperiode en wie blijft wonen in de echtelijke woning. In sommige gevallen raakt één van de partners de hypotheekrenteaftrek kwijt. Een juiste regie van de betalingen kan dat voorkomen.  

Ook de regels bij aflossing van een nieuwe hypotheek zijn lastig. Wist u bijvoorbeeld dat de partner die in de woning blijft wonen voor de helft een nieuw huis krijgt? Het gevolg hiervan is, dat de nieuwe partner daardoor de aflossingsvrije hypotheek niet meer mag voortzetten. Ook de eigenwoningreserve komt bij echtscheiding om de hoek kijken. Wij zetten de fiscale consequenties van een nieuwe woning en hypotheek voor u op een rij.  

 

FISCAAL PARTNERS

In het jaar van echtscheiding kunt u ervoor kiezen om het hele jaar nog als fiscaal partners aangemerkt te worden. In sommige gevallen is dat aantrekkelijk, in andere gevallen niet. Wij adviseren u hierover.  

 

HEEFT U KINDEREN?

De kinderen worden na de scheiding bij één van de ouders ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen. Bij welke ouder is inschrijven het handigst? Dit kan van invloed zijn op het kindgebonden budget, de kinderopvangtoeslag en de inkomensafhankelijke combinatiekorting. Wij denken met u mee!  

 

HEEFT U EEN EIGEN ONDERNEMING ?

Als uw onderneming deel uitmaakt van het te verdelen vermogen, moet er een waardering moeten plaatsvinden. Onze Register Valuators zijn gespecialiseerd op het gebied van bedrijfswaarderingen en adviseren u graag.  

 

Wilt u meer weten of een afspraak maken? Neem dan contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.

OUD STOFFIG VAASJE BLIJKT MILJOENEN WAARD

In Frankrijk is een achttiende-eeuwse vaas uit China geveild voor 16,2 miljoen euro. Een totale verrassing voor de erfgenamen, die het vaasje vonden in een doos op de zolder van de overledene. Ik herinner me een soortgelijk voorval in Nederland uit 2013. De erfgenamen ontdekten toen echter pas enkele jaren na het overlijden dat de geërfde vaas veel geld waard was. En toen kwam de fiscus om de hoek kijken.  

 

Eerst even terug naar het nieuwsbericht uit juni 2018. De vaas werd direct na het overlijden naar het veilinghuis gebracht, Sotheby’s in Parijs. Deskundigen verwachtten dat de vaas  hoogstens 700.000 euro zou opbrengen. De vaas bleek echter te horen bij een collectie die was gemaakt voor de keizerlijke familie in China en was 16,2 miljoen euro waard.  

Nooit eerder ging bij Sotheby’s een stuk voor zoveel geld onder de hamer. 

 

WEES BEDACHT OP EEN NAHEFFING  

De erfgenamen betalen flink wat belasting over dit bedrag. Hoeveel precies weet ik niet, ik ken het Franse erfrecht niet goed. Wel weet ik dat in Nederland een paar jaar geleden iets soortgelijks speelde. Het ging om een vaas die de erven enkele jaren na het overlijden lieten veilen. De vaas in Nederland bleek maar liefst 23 miljoen euro waard. De erfgenamen hadden enkele jaren daarvoor, dus direct na overlijden, erfbelasting betaald. Nu de vaas echter veel waard bleek te zijn, kwam er alsnog een forse naheffing. Wees hierop bedacht als uw erfenis bij nader inzien veel meer waard blijkt te zijn dan u vermoedde!  

 Heeft u vragen over erfrecht? Neem contact op via info@hlg.nl of 033-4347200. 

BTW OP INBARE VORDERINGEN: let op dat u niet dubbel betaalt!

U stuurt uw klant een factuur. Deze blijkt oninbaar te zijn: de klant betaalt niet of gaat failliet. Hoe zit het dan met de BTW? Die heeft u immers al afgedragen. In 2017 is de regelgeving omtrent de teruggaaf van BTW op oninbare vorderingen gewijzigd. Wat betekent dat voor u? We leggen het u graag uit.

Op het moment dat de vordering (gedeeltelijk) oninbaar blijkt te zijn, mag u de BTW terugvorderen. Voorheen was dit mogelijk op het moment dat redelijkerwijs kon worden aangenomen dat de klant niet meer zou betalen. Nu is dat concreet gemaakt: een vordering wordt geacht oninbaar te zijn uiterlijk 1 jaar na de opeisbaarheid van de vordering. Eerder kan ook, als u dat aannemelijk kunt maken.

 

BTW TERUGVRAGEN

Een voorbeeld. Op 1 maart 2017 heeft u een factuur verstuurd van € 121. De BTW is € 21, en u betaalt dit bedrag aan de Belastingdienst. De vordering is vanaf 1 april 2017 opeisbaar. Op 1 april 2018 wordt de vordering geacht oninbaar te zijn. U kunt dan de BTW aan de Belastingdienst terugvragen. Dit doet u in Q2. Bent u te laat met terugvragen, dan kunt u dit nog corrigeren in de suppletieaangifte over 2018. Ontvangt u een jaar na de opeisbaarheid van de vordering alsnog een gedeelte van de vergoeding, dan moet u weer BTW afdragen.

 

PAS OP VOOR DUBBELE AFDRACHT 

Iets om goed op te letten is dit: er kan dubbele afdracht ontstaan als de BTW niet is teruggevraagd op het moment dat de vordering oninbaar werd geacht. Stel, u heeft op 1 april 2017 een factuur verstuurd van € 1.210. U heeft de BTW, € 210,- betaald aan de Belastingdienst. De vordering blijkt in eerste instantie oninbaar. Maar op 1 juli 2018 betaalt de klant alsnog. U betaalt de € 210 BTW aan de Belastingdienst. U heeft echter over het hoofd gezien dat u deze BTW in 2017 ook al betaald heeft, maar niet heeft teruggevraagd. Heel begrijpelijk, maar u betaalt nu wel teveel. Bespreek dit met uw accountant: in de suppletie aan het eind van het boekjaar kunnen we dit voor u corrigeren.

 

Heeft u vragen over de teruggaaf van BTW op oninbare vorderingen? Neem dan contact op met uw relatiebeheerder!

 

HEET HANGIJZER: de verkoop van het familiebedrijf

Familiebedrijven gaan vaak over van de ouders op de zoon of dochter. Soms zelfs generaties lang. Omdat het bedrijf in de familie blijft, is de verkoop minder ‘zakelijk’ dan het in andere gevallen zou zijn. U en de verkopende partij zijn immers emotioneel bij het bedrijf betrokken. Hoe gaat u hiermee om? Ook als u het bedrijf verkoopt aan een niet-familielid wilt u een eerlijke prijs. Kies in beide gevallen voor bedrijfswaardering.

Wat is de waarde van uw bedrijf? Deze vraag wordt vaak gesteld door ondernemers of aandeelhouders bij bedrijfsoverdracht binnen de familie of verkoop aan anderen. Maar ook een conflict tussen aandeelhouders, een echtscheiding of overlijden kan aanleiding zijn voor een waardering van het bedrijf. Daarnaast kan vermeerdering van de waarde een reden zijn om het bedrijf in de etalage te zetten. Dit laatste geldt echter vooral bij niet-familiebedrijven. Hoe zit dat?

 

WAARDE CREËREN

Bedrijfswaarderingen zijn voor zowel de koper als de verkoper meestal gebaseerd op toekomstige kasstromen, verdisconteerd met het risico. Als de koper meer waarde kan creëren met het bedrijf, bijvoorbeeld door kasstromen te verhogen of het risico te verlagen, heeft het zin om het bedrijf te verkopen. De koper kan de verkoper dan immers een premie boven de waarde van de verkoper bieden. Bovendien kan de koper zelf waarde creëren met de deal, omdat de geboden prijs lager ligt dan zijn waarde.

 

DEZELFDE KASSTROMEN

Bij familiebedrijven ligt dit prijs- en waardeverschil anders. De koers van de onderneming wordt meestal niet gewijzigd. Daardoor blijven kasstromen hetzelfde als verwacht. Ook het risico blijft hetzelfde als verwacht. Er is geen extra waardecreatie voor de koper, dus de koper kan realistisch gezien een maximumprijs betalen die gelijk is aan de waarde van de verkoper.

 

EEN GOEDE PRIJS BEPALEN

Ondanks dat blijft de prijs vaak een twistpunt voor familieleden. De koper wil niet meer betalen dan de waarde van het bedrijf, en dat is logisch. Ook is het logisch dat de verkoper geen prijs wil overeenkomen die lager is dan de waarde. Doen koper en verkoper dat wel, dat treedt direct waardeverlies op voor de verkoper en waardecreatie voor de koper. En dan is het evenwicht zoek.

 

KIES VOOR OBJECTIEVE BEDRIJFSWAARDERING!

Kies daarom voor een objectieve bedrijfswaardering bij de overdracht van uw familiebedrijf. Wij helpen u graag! En bereikt u overeenstemming over een prijs tot tevredenheid van beide partijen.

Meer weten? Neem contact op via info@hlg.nl of 033-4347220.

BEDRIJFSOVERNAME, WAT IS UW STRATEGIE?

Overweegt u om een bedrijf over te nemen? Bijvoorbeeld om uw marktaandeel of uw geografische dekking te vergrotenBedenk dan voordat u begint met het overnametraject goed wat uw bedrijfsstrategie is. Zo komt u in contact met de juiste overnamekandidaten. Wij adviseren u graag hierbij. Hieronder vindt u enkele tips voor het realiseren van een succesvolle overname en financiering. 

 Wat is de missie en visie van uw bedrijf? Voordat u een overnametraject ingaat, is het belangrijk om uw bedrijfsstrategie helder te verwoorden in een businessplan. Als u uw strategie duidelijk voor ogen heeft, kunt u de juiste zoekcriteria opstellen. Deze criteria zijn in lijn met uw algemene bedrijfsstrategie.  

 GOEDE ZOEKCRITERIA OPSTELLEN  

Is uw strategie bijvoorbeeld gericht op groei door het verbreden van uw dienstenpakket, kijk dan naar bedrijven die aanvullende diensten leveren. Wilt u juist groeien door geografische uitbreiding, dan is het beter om te focussen op de locatie van de mogelijke overnamekandidaat. Aan uw overzicht voegt u ook verschillende extra financiële parameters toe. Denk hierbij aan omzet, solvabiliteit, liquiditeit en winst. Zo heeft u een flinke lijst met zoekcriteria. Ze helpen u in contact te komen met de juiste overnamekandidaten. Tijdens een eerste gesprek met de kandidaat merkt u al snel of u een klik heeft. Vertrouw op dit gevoel. Ga alleen verder met bedrijven waar u een goed gevoel bij heeft: het gaat immers wel om een bedrijf waarmee u een lange toekomst in wilt gaan.  

 

RISICO’S IN KAART BRENGEN 

Heeft u een overnamekandidaat gevonden, dan wilt u weten wat de waarde is van het bedrijf. Om dit te kunnen bepalen, adviseren wij u verder te kijken dan alleen naar de financiële gegevens. Wat zijn bijvoorbeeld de ondernemingsspecifieke risico’s? De afhankelijkheid van het management, leveranciers en klanten bijvoorbeeld, en de toekomstverwachtingen binnen het bedrijf en de branche.  

 

FINANCIERING REGELEN  

Als u met één van de partijen overeenstemming heeft bereikt, komt de volgende stap: het regelen van de financiering. Belangrijk daarbij is dat de juiste financieringsbehoefte in kaart is gebracht. Het gaat hierbij om de financieringscapaciteit van uw eigen onderneming én die van de overnamekandidaat. Bij een financieringsaanvraag spelen nog meer zaken een rol. Bijvoorbeeld de positie in de markt, de kwaliteit van de ondernemer, de vrije kasstromen, de financieringslasten en de solvabiliteit. Ook moet het businessplan goed onderbouwd zijn.  

 

KIES DE JUISTE KANDIDAAT BIJ UW STRATEGIE

Kortom: een overname is een mooie kans om uw marktaandeel en uw geografische dekking te vergroten of uw producten- en dienstenpakket uit te breiden. Maar hierbij is de selectie van de juiste kandidaat tegen de juiste overnamesom cruciaal. En ook is het van het grootste belang om uw toekomstplannen goed onderbouwd te hebben. Alleen zo komt u tot een geslaagde transactie en financiering, gebaseerd op een gedegen bedrijfswaardering. 

  

Wilt u advies bij uw overnamestrategie? HLG adviseert! Neem gerust contact op met Carlos Apapoe.

 

EIGEN WONING EN TROUWPLANNEN? Wees alert op uw privébezit! 

Het huwelijksvermogensrecht is sinds 1 januari 2018 veranderd. Wie voor deze datum is getrouwd, trouwde in algehele gemeenschap van goederen. Stellen die dit jaar trouwen, hebben een beperktere gemeenschap van goederen. Zo blijft het bezit dat de partner had voor het huwelijk, privévermogen. Behalve als het bezit gezamenlijk is, en alle schulden die voor dat gezamenlijk bezit zijn gemaakt. En daarbij zit een addertje onder het gras. Vooral als het gaat om de eigen woning.  

We geven een voorbeeld. Stef en Lianne wonen al enkele jaren samen. Ze hebben een koopwoning. De hypotheek staat voor de helft op Liannes naam en voor de helft op de naam van Stef. In de zomer van 2018 gaan ze trouwen. 

 

SPAARGELD

Het huis van Stef en Lianne kostte €400.000. Ze sloten echter geen hypotheek af voor dit bedrag: Stef had namelijk een ton aan spaargeld en dat stak hij in de eigen woning. Zo hoefden ze slechts een hypotheek af te sluiten voor €300.000. Het betekent wel dat Stef een vordering van €50.000 heeft op Lianne. En Lianne heeft een schuld bij haar vriend.  

 

VORDERING

Onder het oude huwelijkse vermogensrecht van vóór 2018 zou alles in de gemeenschap van goederen vallen: het huis en de hypotheek. De vordering van Stef en de schuld van Lianne vallen tegen elkaar weg. Het totale bezit is dan € 400.000 – € 300.000 = € 100.000 en is gemeenschappelijk bezit.  

Wat is nu het verschil tussen de situatie als Stef en Lianne vóór het huwelijk hun huis kopen en de situatie als ze ná hun huwelijk het huis kopen?  

  • Voor het huwelijk kopen: in de gemeenschap valt € 400.000 – € 300.000 – € 50.000 = € 50.000. Het privévermogen van Lianne is € 0, het privévermogen van Stef € 50.000. Oftewel: als je de gemeenschap verdeelt, heeft Lianne € 25.000 en Stef € 75.000.  
  • Na het huwelijk kopen: in de gemeenschap valt € 400.000 – € 300.000 = € 100.000. Lianne heeft een schuld van € 50.000 en Stef heeft een vordering van € 50.000. Oftewel: als je de gemeenschap verdeelt, heeft Lianne geen vermogen en Stef € 100.000.  

 

NAAR DE NOTARIS

Stef en Lianne voorkomen dit door huwelijkse voorwaarden op een rijtje te laten zetten. Dit moeten ze doen bij de notaris. In deze voorwaarden staan alle afspraken vermeld waarop een stel wil afwijken van het wettelijke huwelijksvermogensregime.  

  

Heeft u vragen over het nieuwe huwelijksvermogensrecht, of wilt u weten hoe het zit in uw situatie? Wij helpen u graag! Neem contact op via info@hlg.nl of 033-4347200.

 

 

 

 

Jaarcijfers: voortaan digitaal aanleveren

Jaarcijfers aanleveren op papier of pdf? Dat gaat u vanaf dit jaar geld kosten. ABN AMRO Bank, ING Bank en Rabobank hebben besloten dat ze de jaarcijfers van hun cliënten alleen nog digitaal willen ontvangen. ING en Rabobank vragen klanten die de jaarcijfers op papier of pdf aanleveren voortaan een bedrag van € 250. Wij helpen u graag bij het digitaal aanleveren van uw jaarrekening.

De banken vragen niet voor niets om digitaal aanleveren: hiermee realiseren ze efficiency en kostenbesparing. Bovendien is er meer ruimte voor andere gegevens dan in de traditionele jaarrekening.

Digitale jaarrekening? Wij regelen het graag voor u

Het maken van een digitale jaarrekening is meer dan enkel een ‘druk op de knop’. Wij kunnen het digitaal aanleveren van de enkelvoudige jaarrekening(en) voor u verzorgen voor € 175 per jaarrekening. Hierdoor hoeft u er zelf geen tijd aan te besteden. Voor het aanleveren van geconsolideerde jaarcijfers maken we aparte prijsafspraken met u.

 

Meer informatie?
Wilt u meer weten over digitaal aanleveren? Kijk dan  op deze websites:

Algemene info
ING Bank
Rabobank
ABN AMRO Bank

Heeft u vragen, neemt u dan contact op met uw relatiebeheerder!