Nieuws

BEPERK UW RISICO BIJ OVERNAME: KIES VOOR EEN DUE DILIGENCE

Bent u betrokken bij een fusie, overname of management buy-out of buy in? Voorkom dan dat u voor verrassingen komt te staan. Wij voeren graag een due diligence voor u uit! Wat zijn de voordelen voor koper en verkoper? Leest u verder.

Allereerst: wat is dat eigenlijk, een due diligence? In de wandelgangen wordt het vaak een boekenonderzoek genoemd. In de praktijk is het echter veelomvattender. Een due diligence voeren we uit omdat de partijen die bij een fusie of overname betrokken zijn zo min mogelijk risico willen lopen. In opdracht van de koper onderzoeken we de financiële positie van een potentiële overnamekandidaat of samenwerkingspartner. Ook bekijken we de fiscale, juridische en commerciële aspecten. Daarnaast kan het noodzakelijk zijn zaken dat aspecten als IT, milieu en personeel in de analyse mee te nemen. Elk due diligence-onderzoek is maatwerk. 

 

OP WELK MOMENT LAAT U DE DUE DILIGENCE UITVOEREN? 

Een due diligence laat u uitvoeren vóór het definitieve fusie- of overnamecontract wordt opgesteld. Koper en verkoper ondertekenen een intentieverklaring met daarin de basisafspraken over het komende onderhandelingsproces. In die verklaring staat onder meer vermeld welke zaken allemaal worden onderzocht, en de eventuele consequenties van de uitkomsten voor de overnamevoorwaarden. 

WAT WIL DE KOPER?

De koper wil een inschatting kunnen maken van de toekomstige inkomsten van de onderneming. Voegt het bedrijf waarde toe? Kan hij zijn investering terugverdienen? En komen er straks geen ‘lijken uit de kast’? De koper wil uitsluiten dat achteraf verborgen gebreken aan het licht komen. Alle informatie die beschikbaar is, nemen we mee in de overnameonderhandelingen. Dit leidt ertoe dat er extra voorwaarden kunnen worden gesteld. Of, bij tegenvallende resultaten, kan de koper zelfs besluiten om af te zien van de koop. De koper heeft een wettelijke onderzoeksplicht en moet veronderstellingen controleren voordat hij tot overname overgaat. Komen er na de overname onbekende feiten aan het licht? Dan heeft een juridische procedure alleen zin als u kunt aantonen dat u vooraf gedegen onderzoek heeft laten uitvoeren.  

 

WAT WIL DE VERKOPER?  

De verkopende partij kan besluiten tot een vendor due diligence, waarbij de verkoper de haalbaarheid van zijn verkoopplannen laat onderzoeken. Dit gebeurt meestal in een vroegtijdig stadium. Zo kan de verkoper eventuele problemen en knelpunten nog herstellen. Bovendien hoeft de verkoper zich niet bloot te geven aan een team onderzoekers van de koper. Het onderzoek is niet goedkoop. Dat is een nadeel. Daarnaast moet u zich realiseren dat het onderzoek wordt uitgevoerd op een moment dat er geen zekerheid is of er opbrengsten tegenover staan.   

Goed om te melden dat de verkoper een mededelingsplicht heeft: hij moet feiten melden waarvan hij weet dat ze voor de koper van essentieel belang zijn. 

EN DAN NOG DIT…

Realiseert u zich dat de verkopende partij niet altijd alle informatie over zijn bedrijf wil prijsgeven voordat de definitieve overeenkomst is getekend. Denk bijvoorbeeld aan inkoopvoorwaarden van leveranciers met wie afspraken over geheimhouding zijn gemaakt. Zaken waar hij geen volledige openheid in wil geven, moeten worden gegarandeerd in de koopovereenkomst. 

Wij voeren regelmatig due diligence-onderzoeken uit. Nationaal en internationaal. Wilt u meer weten? Informeer gerust contact op met Carlos Apapoe.

 

 

SCHEIDEN EN DE WAARDERING VAN UW ONDERNEMING

Een onderneming maakt een belangrijk deel uit van het leven van een ondernemer (DGA) en zijn of haar partner. Gaat de ondernemer scheiden, dan wordt de waardering van de aandelen bijna altijd meegenomen in de onderhandeling. Zij vormen immers vaak een flink deel van het vermogen. Maar hoe weet u wat de waarde van een onderneming is? Schakel hiervoor een Register Valuator in!

 In een echtscheidingssituatie is het van belang dat de waarde van een onderneming zorgvuldig bepaald wordt. Tijdens een emotionele gebeurtenis als een scheiding is het goed om daarbij een adviseur in te schakelen. Een Register Valuator is in dit geval de juiste persoon. Dit is een specialist op het gebied van bedrijfswaardering, die de waardering van de onderneming op een efficiënte manier bepaalt. Onze adviseurs houden rekening met uw situatie: voor ons telt de mens voor de cijfers.

Vaak ervaren ondernemers de kosten als een drempel om een waardebepaling te laten uitvoeren. Terwijl het ten tijde van een echtscheiding juist zo belangrijk is om te weten wat de (indicatieve) waarde van de onderneming is. Wij zorgen daarom dat de doorlooptijd kort is en dat de kosten van de waardebepaling beperkt blijven.

 

ANALYSE VAN DE FINANCIËLE SITUATIE                                                                                                                                  Hoe gaat zo’n waardering in z’n werk? Allereerst vindt er een analyse plaats van de financiële situatie van de onderneming. Dit doen we aan de hand van de documenten die u in uw bezit heeft. Denk hierbij aan begrotingen, jaarrekeningen en managementrapportages. Op deze manier brengen we de financiële situatie van de onderneming in kaart. Ook wordt bekeken wat de toekomstige potentie is van de geldstromen. We schatten in wat de vermogenskostenvoet oftewel het risicoprofiel van de onderneming is. De uitkomsten hiervan geven we weer in een helder en beknopt waarderingsrapport. Dit rapport bespreken we met de ondernemer, met de partner van de ondernemer of met allebei – afhankelijk van de situatie. Vaak werken we tijdens dit proces samen met advocaten en notarissen die de waarderingsvraagstukken bij echtscheiding deskundig begeleiden.

HET WAARDERINGSRAPPORT                                                                                                                                                         Het rapport is praktisch en gedegen opgezet. Dit vormt een goede basis voor de onderhandelingen tijdens de echtscheiding. De gehanteerde uitgangspunten ten aanzien van de toekomstige geldstromen en het risicoprofiel zijn inzichtelijk gemaakt voor de ondernemer, zijn of haar partner en eventuele andere betrokkenen. De kosten kunnen we laag houden omdat we werken binnen HLG op een efficiënte wijze met onder andere een standaardisatie van rekenmodellen en rapportages. Zo beperken we de kosten van het waarderingsproces in de toch al kostbare echtscheidingsprocedure. Heeft u al eerder een waardering van de onderneming laten uitvoeren? U kunt ons ook inschakelen voor een second opinion op een bestaande waardering.

 

IN ELKE SITUATIE HET JUISTE ADVIES                                                                                                                                       Tijdens het proces van de echtscheiding en de waardering van de onderneming kunnen wij, afhankelijk van de situatie, de rol vervullen van partijdeskundige, bindend adviseur of mediator. Op die manier krijgt u het juiste advies. En dat is precies wat u nodig heeft in de roerige en emotionele periode tijdens een relatiebreuk.

Wilt u meer weten of een afspraak maken? Neem dan contact op via info@hlg.nl of 033-4347200. 

 

 

Vakantietoeslag over overwerk

Op 1 januari 2018 is de regelgeving rondom overwerk veranderd. Er zijn twee wijzigingen: u moet ten minste het minimumloon betalen voor overwerk. Daarnaast moet u vakantiegeld berekenen over de uitbetaalde overuren. Hoe gaat dat precies in z’n werk?

 

Minimumloon bij overwerk

In voorgaande jaren golden er geen regels voor het betalen van het minimumloon bij overwerk. Sinds januari 2018 moet u echter gemiddeld minstens het minimumloon betalen voor overwerkuren. Dat geldt ook als uw werknemer in deeltijd werkt en extra uren maakt.

 

 

Vakantietoeslag over overwerk

Overwerk valt vanaf 2018 onder het wettelijk minimumloon. Daarom bent u vanaf nu ook 8% vakantietoeslag verschuldigd over de extra gewerkte uren van uw medewerker. Dit geldt voor overwerk of meerwerk. Tenzij dit anders is bepaald in de cao. Omdat er geen overgangsrecht is, geldt dit ook voor de extra gewerkte uren vóór 1 januari 2018.

 

 

Wilt u meer weten? Neemt u dan contact op via info@hlg.nl. 

Tax Cuts and Jobs Act: wat betekent dit voor Europa?

Het zal u niet zijn ontgaan: Amerika heeft een nieuw belastingstelsel. De Amerikaanse Senaat en het Huis van Afgevaardigden hebben op 20 december 2017 ingestemd met de grootste Amerikaanse belastinghervorming in ruim dertig jaar. Wat houdt deze nieuwe wet in? En wat gaan wij ervan merken?

Twee dagen na het akkoord op de wet heeft president Trump deze ‘Tax Cuts and Jobs Act’ ondertekend. De nieuwe belastingregels zijn per 1 januari 2018 in werking getreden.

Om welke wijzigingen gaat het?

De wet bevat, onder andere, deze wijzigingen:

  • Verlaging van het vennootschapsbelastingtarief van 35% naar 21%.
  • Eenmalige ‘transition tax’ over de bij een buitenlandse dochtermaatschappij aanwezige niet-uitgekeerde winsten (‘earnings and profits’ (E&P)). Dit gaat om een tarief van 15,5% voor liquide middelen en 8% voor de overige E&P.
  • Aanscherping van de renteaftrekbeperking op interne en externe schulden tot 30% van het gecorrigeerde belastbare bedrag.
  • Beperking van de mogelijkheid tot verliesverrekening tot maximaal 80% van het gecorrigeerde belastbare bedrag.
  • 100% aftrek voor dividenden ontvangen van buitenlandse dochtervennootschappen waarin tenminste een belang van 10% wordt gehouden.
  • Invoering van een minimale base erosion belasting (BEAT) in geval van bepaalde aftrekbare betalingen aan buitenlandse groepsvennootschappen.
  • Invoering van een wereldwijde heffing over laag belast inkomen uit intellectueel eigendom buiten de VS (‘Global Intangible Low-Taxed Income’ (GILTI)).
  • Laag tarief voor inkomen uit intellectueel eigendom gehouden in de VS.
  • Invoering anti-hybrid wetgeving, die de aftrek weigert van bepaalde betalingen aan groepsmaatschappijen (dubbele aftrek of aftrek en geen belastbaar inkomen).

 

De gevolgen van de nieuwe wet

De wijzigingen hebben ongetwijfeld verstrekkende gevolgen voor tal van industrieën, ook in Europa. De precieze impact is echter nog onduidelijk. Wel is bekend dat onder andere China en Rusland al maatregelen hebben aangekondigd. Deze maatregelen zouden de gevolgen van de Amerikaanse wijzigingen voor hun schatkist moeten beperken.  Van eventuele Nederlandse maatregelen houden wij u zeker op de hoogte.

 

Wilt u meer weten? Neemt u dan contact op via info@hlg.nl of 033-4347200. 

Trouwen anno 2018

Wie na 1 januari 2018 in het huwelijksbootje stapt, trouwt onder het nieuwe huwelijksvermogensregime. Het huwelijksvermogensrecht is namelijk gemoderniseerd. Wat betekent deze nieuwe wet voor stellen die gaan trouwen? En kunnen mensen die onder het oude recht getrouwd zijn ook gebruik maken van dit nieuwe recht?

 

Het vorige huwelijksvermogensrecht dateerde uit de tijd van Napoleon. In die tijd was het huwelijk nog voor het leven. Nu eindigt meer dan één op de drie huwelijken door echtscheiding. Ook trouwen sommige mensen vaker dan één keer. Tijd voor een aanpassing dus. Wat houden de veranderingen in?

 

Huwelijksvermogensrecht vóór 2018

Wie voor 1 januari 2018 is getrouwd, trouwde in algehele gemeenschap van goederen. Alle goederen en alle schulden van het echtpaar zijn automatisch gemeenschappelijk. Alleen schenkingen en erfenissen waarvan bij schenking of testament is bepaald dat zij niet in de gemeenschap van goederen vallen, blijven privé. Dit heet een schenking of erfenis onder een uitsluitingsclausule.

 

Een echtpaar dat voor 2018 getrouwd is, heeft dus drie soorten vermogens:

  1. Het privévermogen van partner 1. Dit vermogen omvat schenkingen en erfenissen aan partner 1, verkregen onder uitsluitingsclausule.
  2. Het privévermogen van partner 2. Dit gaat om schenkingen en erfenissen aan partner 2, verkregen onder uitsluitingsclausule.
  3. Het gezamenlijk vermogen. Dit zijn alle goederen en schulden die niet onder een privévermogen vallen.

 

Huwelijksvermogensrecht vanaf 2018

Wie na 1 januari 2018 trouwt, heeft een beperktere gemeenschap van goederen. Het bezit dat de partner had voor het huwelijk, blijft privévermogen. Ook schenkingen en erfenissen blijven privévermogen. Wat het echtpaar tijdens het huwelijk verkrijgt, valt in de gemeenschap van goederen. Gezamenlijk voorhuwelijks vermogen valt wel in de gemeenschap van goederen.

Het privévermogen van een partner omvat onder het nieuwe huwelijksvermogensrecht dus niet alleen schenkingen en erfenissen verkregen onder een uitsluitingsclausule. Het gaat ook om schenkingen en erfenissen zonder uitsluitingsclausule en voorhuwelijks vermogen.

 

Er is één belangrijke voorwaarde: het echtpaar moet alles goed administreren. Gebeurt dat niet, dan worden privévermogens toch gemeenschappelijk. Dat betekent een financiële balans opmaken op de huwelijksavond! En schenkingen en erfenissen documenteren, inclusief alles wat je daarvoor koopt.

 

En als u al getrouwd bent …?

Voor wie onder het oude huwelijksvermogensrecht is gehuwd, blijft de oude wetgeving gelden. Dit betekent dat partners huwelijkse voorwaarden moeten maken als ze willen dat alle schenkingen en erfenissen tot hun privévermogens behoren. Ook als deze zonder uitsluitingsclausule zijn verkregen.

Deze huwelijkse voorwaarden maakt u bij de notaris. In deze voorwaarden staan de afspraken vermeld voor als u wilt afwijken van het wettelijke huwelijksvermogensregime. Dat is onder het nieuwe regime niet gewijzigd.

 

Heef u vragen over uw huwelijksgoederenregime? Neemt u dan gerust contact op via info@hlg.nl of 033-4347200. 

 

Feestelijke opening nieuw kantoor

‘Dit nieuwe kantoor biedt ruimte voor groei en participatie in de internationale dienstverlening.’ Dat zei Gerard de Gooijer, partner bij HoogeveenLuigjes Groep, bij de officiële opening van de nieuwe huisvesting op 2 januari. Wethouder Albert Dragt van Economische Zaken van de Gemeente Leusden verrichtte de openingshandeling.

Tijdens de drukbezochte nieuwjaarsreceptie op dinsdag 2 januari vierde HoogeveenLuigjes accountants en belastingadviseurs de officiële opening van de nieuwe huisvesting aan de Fokkerstraat 12 in Leusden. De bestaande kantoren in Nijkerk en Leusden zijn hier samengevoegd. Het kantoor heeft op dit moment 35 werknemers.

Na een korte videoconference met Gert-Jan Hoogeveen, die momenteel in Nieuw-Zeeland verblijft, opende de wethouder het kantoor. Volgens Gerard de Gooijer, partner bij HoogeveenLuigjes Groep, zorgt het samenvoegen van beide kantoren voor nog betere organisatieresultaten. ‘Wij leggen voor 2018 onder meer de focus op efficiency, verder verstevigen van onze regionale marktpositie met een krachtige profilering en uitrollen van de IT-mogelijkheden. Er is voldoende ruimte voor verdere groei en verdergaande uitbouw van onze internationale dienstverlening.’

Bron : De stad Amersfoort.nl

2 januari 2018

Nieuwe BTW-regelgeving voor investeringsdiensten

Nieuwe btw-regelgeving voor investeringsdiensten. 

De herzieningsregeling voor goederen wordt uitgebreid naar kostbare diensten, oftewel investeringsdiensten. Dat heeft het Ministerie van Financiën besloten. Wat houdt de regeling in? En wat zijn de gevolgen voor u?

De nieuwe regeling zou aanvankelijk ingaan op 1 januari 2018.  Voormalig staatssecretaris Wiebes heeft echter aangegeven dat inwerkingtreding in ieder geval niet met ingang van 2018 zal zijn. Wel informeren wij u alvast hierover, omdat de nieuwe regels mogelijk impact hebben voor u als ondernemer.

Wat is de huidige regeling voor goederen?

Op dit moment bestaat er een herzieningsregeling uitsluitend voor investeringsgoederen. Dat zijn onroerende en roerende zaken waarop een ondernemer voor de inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting afschrijft of zou kunnen schrijven. De herzieningsperiode is van belang als u de (on)roerende zaken gebruikt voor zowel btw-belaste als voor btw-vrijgestelde prestaties.

Wat houdt de herzieningsregeling precies in?

Dit staat er in de huidige regeling:

  • Schaft een ondernemer investeringsgoederen aan? Dan moet hij in het jaar van ingebruikname van de goederen bepalen in welke mate hij de goederen gebruikt voor btw-belaste of btw-vrijgestelde prestaties. In het eerste geval geldt btw-aftrek, in het tweede geval niet.
  • Na het jaar van ingebruikname moet de ondernemer bijhouden of de verhouding tussen btw-belast gebruik en btw-vrijgesteld gebruik is gewijzigd. Bij roerende zaken geldt dit voor de daaropvolgende volgende vier boekjaren. Bij onroerende zaken gaat het om negen boekjaren na het jaar van ingebruikname.
  • Is de verhouding inderdaad gewijzigd, en is de afwijking meer dan 10% van het gebruik in het jaar van ingebruikneming? Dan moet er een correctie plaatsvinden van de oorspronkelijk geclaimde btw-aftrek voor het betreffende jaar. De ondernemer moet vervolgens btw terugbetalen of juist terugvragen. De herzienings-btw is in een boekjaar maximaal 1/5 (roerende zaken) of maximaal 1/10 (onroerende zaken) van de in rekening gebrachte btw.

Ondernemers beoordelen in de huidige regeling de aftrek van btw op alle diensten in één keer in het tijdvak waarin de btw in rekening wordt gebracht. Aan het eind van het boekjaar wordt vervolgens getoetst of de aftrek heeft plaatsgevonden volgens het werkelijke gebruik (belast en/of vrijgesteld) dat voor het boekjaar geldt. De aftrek wordt eventueel gecorrigeerd en is daarmee definitief.

 

Wat staat er in de nieuwe herzieningsregeling?

Het plan is, dat de nieuwe herzieningsregeling ook gaat gelden voor kostbare diensten ofwel investeringsdiensten. Dit zijn diensten waar langere tijd gebruik van wordt gemaakt. Deze diensten worden over het algemeen op dezelfde wijze als investeringsgoederen geactiveerd op de balans en waarop wordt afgeschreven. Voorbeelden van dit soort diensten:

  • kosten voor verbouwingen;
  • het aanbrengen of aanpassen van technische installaties;
  • IT-diensten, bijvoorbeeld de aanschaf van software of website;
  • intellectuele eigendomsrechten.

In de nieuwe regeling geldt een onderscheid tussen diensten die met onroerende zaken te maken hebben en overige investeringsdiensten. Als het product van de dienst bouwkundig onderdeel is geworden van de onroerende zaak, moeten ?? deze na het jaar van eerste gebruik nog negen jaren worden gevolgd. Bij overige investeringsdiensten is dat vier jaar.

Wat zijn de gevolgen voor uw onderneming?

Het voorstel bevat geen overgangsrecht. Daardoor lijkt het erop dat ook de btw moet worden herzien op investeringsdiensten die zijn gedaan in de jaren vόόr de invoeringsdatum. Dit kan impact hebben op uw onderneming, zowel financieel als administratief. Investeringen die u heeft gedaan, kunnen door de nieuwe regels hoger of lager uitvallen. Ook kan de regeling leiden tot lastenverzwaring en aanpassing van systemen.

Zodra de regeling ingaat, moet de onderneming per investeringsdienst een herzieningstermijn bijhouden. Vanaf de ingangsdatum zullen lopende herzieningstermijnen worden overgedragen aan de koper van goederen en investeringsdiensten. Zoals bij de verkoop van een verhuurd pand. De koper treedt dan in de voetsporen van de verkoper. De koper moet daarom straks jaarlijks nagaan of hij als koper btw moet terugbetalen die de verkoper in aftrek heeft gebracht. In dit soort gevallen is het voor de koper dus van groot belang om inzicht te hebben in alle nog lopende herzieningstermijnen. Ook moet de koper weten hoeveel btw de verkopende partij oorspronkelijk in aftrek heeft gebracht. Bij onroerende zaken kunnen zelfs meerdere herzieningsregimes en -termijnen gaan spelen.

Wat kunt u nu al doen?

Het is verstandig om de gevolgen van de aangekondigde regels in uw situatie alvast te inventariseren. Is uw administratie zo ingericht dat hieruit blijkt of een ingekochte dienst wel of geen investeringsdienst is? En weet u hoeveel btw er in aftrek is gebracht in het jaar van aankoop? Misschien is een aanpassing nodig, omdat in de jaren na ingebruikneming de btw moet worden herzien op basis van het werkelijke gebruik.

Heeft u vragen over deze regeling, neemt u dan contact met info@hlg.nl of 033-4347200. 

Geen lagere belastingheffing voor DGA’s na afschaffing dividendbelasting

In het Regeerakkoord dat op 10 oktober werd gepresenteerd, staat het plan om de dividendbelasting af te schaffen. Wat zijn de gevolgen voor u als DGA als u dividend wilt uitkeren vanuit uw bv?

 Om meteen maar met de deur in huis te vallen: als DGA gaat u door de afschaffing van de dividendbelasting niet minder belasting betalen. Hoe zit dat precies?

De situatie op dit moment

In de huidige situatie geldt de dividendbelasting voor u als DGA als een voorheffing op de inkomstenbelasting. De uitkerende vennootschap houdt 15% in op het bruto uit te keren dividend. Dit draagt de vennootschap af aan de Belastingdienst.

In de aangifte inkomstenbelasting geeft u aan welk bedrag aan dividend u uit de vennootschap ontvangt. Dit is het zogenaamde reguliere voordeel. U bent hierover 25% aanmerkelijk belangheffing in box 2 verschuldigd. U betaalt echter per saldo 10% aanmerkelijk belangheffing over het uitgekeerde dividend. Dat komt omdat de dividendbelasting (15%) van de inkomstenbelasting mag worden afgetrokken.

Na afschaffing van de dividendbelasting

Als de dividendbelasting is afgeschaft, wordt de dividenduitkering in het vervolg in zijn geheel belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Daar wordt 25% geheven over het uitgekeerde dividend. Er verandert dus niets aan de hoogte van de heffing over een dividenduitkering.

In de toekomst wijzigt dit nog: het kabinet Rutte III is namelijk van plan de tarieven in box 2 in 2020 en 2021 te verhogen.

Een rekenvoorbeeld

Dit voorbeeld maakt het verschil in de wijze van belastingheffing duidelijk:

Huidige situatie

Een bv keert een dividend uit van € 100.000. De bv houdt 15% van € 100.000 = € 15.000 dividendbelasting in. Dit draagt de bv af aan de Belastingdienst. De DGA krijgt € 85.000 uitgekeerd. De DGA geeft in zijn aangifte inkomstenbelasting het volledige bedrag aan dividend (€ 100.000) aan in box 2. Hierover is 25% van € 100.000 = € 25.000 aanmerkelijk belangheffing verschuldigd. Van dit bedrag mag de ingehouden dividendbelasting worden afgetrokken. Hierdoor blijft een bedrag van € 10.000 aanmerkelijk belangheffing over dat de DGA moet betalen.

Nieuwe situatie

De DGA ontvangt een dividenduitkering van € 100.000. In box 2 moet de DGA de aanmerkelijk belang-heffing van 25% van € 100.000 = € 25.000 voldoen.

Kortom: aan de hoogte van de heffing verandert niets. In beide gevallen houdt u netto € 75.000 over.

Heeft u vragen over deze regeling, neemt u dan contact met ons op!

 

 

 

Eindejaarstips 2017

Eindejaarstips 2017

bron www.rb-plaza.nl

Special Miljoenennota 2018

Special Miljoenennota 2018